Molen De Angenieta, Nieuwveen

Nieuwveen, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Angenieta
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01008 i
oude dbnr.
V2883
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Nieuwveen
plaatsaanduiding
Bij de Kattenbrug
gemeente
Nieuwkoop, Zuid-Holland
streek
Amstelland
geo positie
X: 110928, Y: 467602
N: 52.19478, O: 4.74262
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Houtzaagmolen in Nieuwveen (1846-1896)

De verschillende houtzaagmolens die vanaf de achttiende eeuw in de regio hebben bestaan, waren allemaal aan waterwegen gesitueerd ten behoeve van de aan- en afvoer van hout. In 1846 werd in Nieuwveen een houtzaagmolen gebouwd op zo'n 300 meter afstand van het Aarkanaal (schakel in de belangrijke vaarroute Amsterdam-Rotterdam). Deze afstand bleek uiteindelijk de aanleiding te zijn het bedrijf in 1896 naar Amsterdam te verplaatsen.

De stichter van het bedrijf, Jeremias Schoenmakers, was in 1825 in Leiden geboren als telg uit een predikantenfamilie. Hij voelde zich echter niet aangetrokken tot het beroep van vader en grootvader en volgde in Amsterdam een opleiding in de houthandel. In 1846 stichtte Jeremias in Nieuwveen een eigen bedrijf. In dat jaar werd aan de Oude Nieuwveenseweg nabij de Kattenbrug een houtzaagmolen gebouwd. Het was een zogenaamde paltrokmolen, een windmolen waarin de zaagbanken waren opgesteld. Naast de molen waren houtloodsen gebouwd.
De molen kreeg de naam "De Angenieta" en werd daarmee vernoemd naar Jeremias' echtgenote, de in 1830 in Dordrecht geboren Angenieta Catharina Tierens. De situering van de molen bleek echter verre van optimaal te zijn. Het bedrijf grensde niet aan het Aarkanaal, maar lag daar ongeveer 300 meter vandaan. Het aan te voeren ruwhout en het af te voeren gezaagde hout moest daarom hetzij per kar, hetzij per bootje via het sluisje bij de Kattenbrug, naar het Aarkanaal worden gebracht. Daarna moest het worden overgeladen op grotere schuiten die het vervoer naar met name Amsterdam en Dordrecht verzorgden.

Jeremias woonde vlak bij de molen en de loodsen. Zijn vader, ds. Pieter Schoenmakers, had daar in 1846 voor zijn zoon een herenhuis en enkele woningen voor het personeel van het bedrijf laten bouwen. Nadat Jeremias zo'n kwart eeuw leiding aan het bedrijf had gegeven, vertrokken hij en zijn vrouw in augustus 1873 uit Nieuwveen en vestigden zich in Leiden. Hun in 1851 in Nieuwveen geboren zoon Pieter trouwde in dat jaar en nam de leiding van het bedrijf over. Hij betrok met zijn echtgenote de woning van zijn ouders. In het laatste kwart van de negentiende eeuw werd duidelijk dat de plaats waar het bedrijf gevestigd was een doelmatige bedrijfsvoering verhinderde. Dat gold niet alleen voor het overladen van het hout, ook voor de tijd die nodig was om contacten met de klanten te onderhouden. In 1896 werd het bedrijf dan ook overgebracht naar de Amsterdamse Houthaven waar het bedrijf in 1971 haar 125 jarig bestaan herdacht. Pieter Schoenmakers had zijn woning in Nieuwveen al eerder verlaten, hij vertrok in 1892 naar Leimuiden.
De paltrokmolen en de houtschuren in Nieuwveen werden gesloopt. De bovenas verhuisde naar de korenmolen te Aarlanderveen, waarvan de eigenaar C.P. Walraven een broer was van de Nieuwveense mulder.

Op het vrijgekomen terrein verrees in 1905 de graanmalerij van de Coöperatie "Ons Belang". Het herenhuis werd, na achtereenvolgens bewoond te zijn geweest door graanhandelaar Van der Ent Braat, burgemeester F.M. Baud en brandstofhandelaren C. en J. Hoogervorst, in 1971 afgebroken.

Bronnen:
- SARM; Bevolkingsregister Nieuwveen.
- J.J. Roovers, Gesprokkeld in oud-Nieuwveen (Nieuwkoop 1977) 44-47.
- Vertellingen over Nieuwveen, J.J. Rovers, 1972.
- website Groenehart Archieven.