- naam
- Polder Hensbroek, De Oude Molen
- modeltype
- Kantige molen, grondzeiler
- functie
- poldermolen
- bouwjaar
- verdwenen
- toestand
- verdwenen
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 01000 a
- oude dbnr.
- V1832
- Meest recente aanpassing
- | Conversie
Molen Polder Hensbroek, De Oude Molen, Hensbroek
Hensbroek, Noord-Holland
v
locatie
- plaats
-
Hensbroek
- plaatsaanduiding
- Oudelandsdijkje
- gemeente
- Koggenland, Noord-Holland
- streek
- De Wester Koggen
- kadastrale aanduiding 1811-1832
- Hensbroek A (2) 86 De Polder Hensbroek
- geo positie
-
X: 119553, Y: 518712N: 52.65473, O: 4.86336
constructie
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
geschiedenis
- toestand
- verdwenen
- bouwjaar
-
circa
- verdwenen
-
1879 onttakeld 1927 verbrand
- geschiedenis
-
Het gebied dat de huidige polders Obdam, Hensbroek, de Wogmeer en Ursem omvat, vormde tot 1535 een watergemeenschap. Daartoe behoorde tevens Overdorp, een buiten de Spierdijk gelegen gedeelte van Berkhout. De Wogmeer was toen nog niet drooggemaakt en stond in open verbinding met het polderwater van de omliggende dorpen. Hieraan kwam kort na de invoering van molenbemaling in het Geestmerambacht (1532) een einde. Waarschijnlijk hebben Obdam en Hensbroek eerst plannen hebben gemaakt voor de inrichting van een nieuwe gezamenlijke afwatering. In 1535 is namelijk sprake van een watermolen die ‘tot beider profijt’ op grondgebied van Obdam was opgericht. Obdam ging echter al snel een stap verder: in 1535 werd het een zelfstandige polder door het afdammen van de sloten die uitkwamen op de Wogmeer en de aanleg van een dijk op de banscheiding met Hensbroek. Jacob van Duvenvoorde, de heer van Obdam en Hensbroek, legde vervolgens een regeling op voor het gebruik van de reeds gebouwde molen door beide dorpen. Ook de aanleg van een sluis en een tocht (voorloper van de latere Uitgang) bij de grens van Hensbroek en Ursem ten behoeve van de afwatering van de Wogmeer moest door Obdam en Hensbroek gezamenlijk worden gefinancierd. Hij verplichtte hen tevens elkaar bij te staan indien Ursem en Overdorp de regeling zouden aanvechten.
Echter, toen Ursem en Overdorp inderdaad bezwaar maakten, sloot Hensbroek zich daarbij aan. Obdam kreeg het verwijt dat het zich onttrok aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de afwatering van de Wogmeer. In 1543 trof Jacob van Duvenvoorde, bijgestaan door Adriaan Stalpaert van der Wiele - de bekende adviseur van keizer Karel V in waterstaatkundige zaken - een nieuwe regeling. Zij bepaalden dat Obdam het recht had om dammen in de meersloten te leggen of te verwijderen en dat de tocht op de grens van Ursem en Hensbroek moest worden verbreed en uitgediept en aan weerszijden van stevige kaden voorzien. Aan het eind van de afwatering moest een gezamenlijke molen worden opgericht om het water van de Wogmeer in de Waard te lozen. Deze molen werd door Obdam, Hensbroek en Ursem samen bestuurd en zou een toepasselijke naam krijgen: de Klammolen (klammen = vechten, ruzie maken). Om het waterbezwaar van de Wogmeer nog sneller te lozen mochten Ursem en Hensbroek hun eigen watermolens bij de Berkmeerdijk gebruiken.
Tijdens de bedijking van de Wogmeer (drooggevallen 1608, verkaveld 1609) werd de situatie opnieuw bekeken. De watergemeenschap tussen Obdam en Hensbroek werd in 1608 hersteld. De nieuwe verhoudingen werden pas eind 1619 vastgelegd in een accoord. Centraal stond de erkenning door Hensbroek van het recht van Obdam om te allen tijde de Obdammer Molendijk - bestaande uit de banscheidingsdijk, de dijk langs de ringvaart van de Wogmeer en de Kapelleweg - te dichten. Bovendien verplichtte Hensbroek zich om bij dichting van de Obdammer Molendijk de bemaling over te nemen van de Staartlanden van Obdam. Dit waren ruim 31 morgen land ten zuiden van de Kapelleweg, gelegen tussen de Spierdijk, de Korte Verlaatsweg en de ringdijk van de Wogmeer.
Ursem werd in 1608 een zelfstandige polder en nam tevens de bemaling op zich van de landerijen van Overdorp.
In 1659, enkele jaren na de bouw van een extra achtkante watermolen door Obdam om de bemaling te versterken, besloot Obdam om Obdammer Molendijk definitief te dichten. Sinds dat jaar waren de waterhuishoudingen van Obdam en Hensbroek weer volkomen gescheiden.
De oude Hensbroeker watermolen is omstreeks 1750 vervijzeld.
Op grond van overkomsten in 1730, 1814 en 1821 heeft Hensbroek, telkens voor een korte periode, een gemeenschappelijke bemaling gehad met de polder Wogmeer. Daartoe werden openingen gemaakt in de bovenkolkdijk van de Uitgang.
Een laatste aanpassing van de verhouding tussen Obdam, Hensbroek en de Wogmeer vond plaats in 1844. Bij overeenkomst tussen de drie polderbesturen werd het volgende bepaald:
- Obdam nam de bemaling van de Staartlanden weer over, waartoe in de Kapelleweg een opening zou worden gemaakt;
- Hensbroek zou zich afkaden van de ringvaart van de Wogmeer;
- De Uitgang en de ringvaart van de Wogmeer werden met elkaar verenigd.
Na de bouw van een stoomvijzelgemaal in 1879 werd de oude Hensbroekermolen onttakeld. De romp werd in gebruik genomen als woning voor de machinist van het gemaal. Het bouwwerk ging in 1927 door brand verloren.
Tekst: Jan de Bruin, 31 dec. 2009. -
aanvullingen
- trivia
- Molen van de polder Hensbroek, uitmalend op de Vereenigde Raaksmaats- en Niedorperkoggeboezem
-----
De polder is zeer lang zeer verbonden geweest met de polder Wogmeer; Wogmeer waterde uit op Hensbroek; van de drie bovenmolens waren er weer twee bovenmolens van Wogmeer. Dus één van Hensbroek.
In 1866 werd om de capaciteit te vergroten de huidige nog aanwezige molen gebouwd.
In 1879 werd De Oude Molen onttakeld omdat ernaast een stoomgemaal werd gebouwd. De romp bleef als machinistenwoning in gebruik, en verbrandde op 9 februari 1927.
Bronnen:
- Nederlandse Molendatabase, Polder Hensbroek (Tenbruggencatenummer 01000).
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, Mr. G. de Vries Azn., 1864.
MHO
-----
Tekst bij afb. 2: Hensbroekermolen (ca. 1540) op een kaart van de onbedijkte Wogmeer door landmeter Gerrit Dirksz Langedijk uit Alkmaar, vermoedelijk getekend in 1608.
-----
Volgens de Purmerender Courant van 16 feb. 1879 vond op 3 maart 1879 de aanbesteding plaats voor de bouw van het stoomgemaal, naar ontwerp van W.C. & K. de Wit.
draag zelf bij
- foto's
- foto's insturen