Molen Burkmeer, Zunderdorp

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1864

verdwenen

1936

geschiedenis

Op 1 april 1863 verzocht Johannes Hofland te Broek in Waterland per brief aan het gemeentebestuur van Nieuwendam en aan het Hoogheemraadschap Waterland met zijn plan tot droogmaking van het Burkmeer ter grootte van 26 ha. Hij zou een ringdijk maken van 1 m boven het zomerpeil van Waterland, met een kern van "zware grond" en geen ringsloot. De gemeente en het waterschap verklaarden zich akkoord, en de droogmaker zou het water en de ondergrond gratis in eigendom krijgen. Nadat ook Provinciale Waterstaat voorwaarden opgesteld had en goedkeuring verleende, werd concessie verleend bij koninklijk besluit van 24 september 1863, no. 65. De droogmaking moest binnen twee jaar voltooid worden.

De wipmolen werd omstreeks 1864 gebouwd, had een vlucht van 15 meter en maalde met een vijzel uit op de Gouwe. De droogmaking kreeg met vele bezwaren zoals kwelwater, slechte bedijking en molenproblemen te kampen. Rond 1866 werden er drie molentjes ingezet. Hofman leek geen been meer te zien in de droogmaking, en droeg die over aan A. Harmens Hz. te Amsterdam, doch later bleek Hofman er nog bij te zijn betrokken. In 1867 was het meer droog, maar kwam het door een storing aan een der molentjes toch weer onder 70 cm water te staan. In 1868 was de polder weer droog, maar in augustus stond er weer 1 m water. Twee kleine molens werden gesloopt en een nieuwe vijzelmolen met 15 m vlucht toegevoegd. Om de overlast van kwelwater te verkleinen werd besloten de ringdijk deels van een kistdam te voorzien. Verder zouden de molens worden vervangen door een nieuwe molen aan het noordelijke einde van de polder, waar die het diepst was. December 1870 was de polder droog, maar toen zakte een deel van de dijk in zodat het land weer onderliep.

Omdat het niet mogelijk bleek, de ringdijk volgens de concessievoorwaarden op hoogte te houden door het telkens inzakken van de slappe grond, werd toegestaan de omringende hogere gronden als polderscheiding te gebruiken. Een deel daarvan werd in de bemaling opgenomen.

Op 8 april 1876 werd onder meer "de nieuw bedijkte en drooggemaakte Burckmeer, met bedijking, molen- en ringsloot", publiek verkocht. Eerst sedert april 1877 viel de polder werkelijk droog. Toen is er een boerderij aan de Middenweg gebouwd kunnen worden.

In 1936 kreeg de polder een ruwoliemotor van 12 pk met centrifugaalpomp. Tegenwoordig staat er een elektrisch gemaaltje.

Bronnen:
- Purmerender Courant 2 april 1876.
- "Jaarboek Amstelodanum" 70-1978 blz. 390.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", tweede uitgaaf, Jhr. Mr. J.W.M. Schorer, 1894.
- "De geschiedenis van Waterland", H.P. Moelker, 1987.