Molen Rietpolder, Rietmolen, Stompwijk

Stompwijk, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Rietpolder, Rietmolen
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00979
oude dbnr.
V4428
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 00979 Rietpolder, Rietmolen (Stompwijk)
n.n., stond op voorpagina van ANWB-Toeristenkampioen 1939

locatie

plaats
Stompwijk
plaatsaanduiding
iets ten noorden van de doorvaart van de Vliet naar de Vlietlanden
gemeente
Leidschendam-Voorburg, Zuid-Holland
streek
Delfland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Stompwijk A (1) 108 De Rietpolder
geo positie
X: 90998, Y: 459297
N: 52.11819, O: 4.45273

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
romp
vierkante ondertoren
inrichting

Scheprad 4,70 m Ø

plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
vlucht
17,80 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1905 - 1947
geschiedenis

Rietpolder,

Stichting, gebied en opheffing

Op 3 januari 1619 richtten jonkheer Willem van Mathenesse, heer van Rasquaert en raad en rentmeester van de abdij van Rijnsburg, mr. Cornelis van der Hooch, Dirck van der Nath, Cornelis Claeszoon van Rhijn, schout van Voorschoten, Adriaen Pieter Ansenszoon, Jan Dirc Coenen, Jan Adriaenszoon van Couwenhoven en een aantal niet met name genoemde belanghebbenden zich in een verzoekschrift tot dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland, waarbij zij toestemming verzochten om 104 morgen land achter Voorschoten te mogen bepolderen. Het bedoelde gebied was gelegen tussen de Vinkesloot, de Wezensloot, de Meerburgerwatering en de Vliet. De naam Vinkesloot was waarschijnlijk afgeleid van de in het verlengde van deze watering aan de overkant van de Vliet gelegen Voorschotense Vinkesloot. Op latere kaarten wordt deze watergang met verschillende benamingen aangeduid: op de kaart die Jan Janszoon Dou in 1636 maakte van de aanleg van de trekweg langs de Vliet als de Ary Backersvaertsloot, op de grenskaart van de polder uit 1861 als Jan Bakkerssloot en op de overzichtskaart van Rijnland van 1884 als de Bakkersloot. Deze laatste naam is nadien in gebruik gebleven.
Op 19 januari 1619 werd door enkele landeigenaren, waaronder Jacob van Tethrode als rentmeester van de kapittelgoederen binnen Leiden, bezwaren ingediend tegen de stichting van de polder. De aard van de bezwaren is niet bekend, maar het leverde wel vertraging in het proces op. De vierschaar van Rijnland besloot op 2 oktober dat aan de partijen bevolen zou worden om op 22 januari 1620 in Voorschoten een bijeenkomst te beleggen om tot een onderling akkoord te komen. Vooraf zouden twee hoogheemraden, die door het college als arbiters waren aangewezen, een oculaire inspectie houden en de stukken nog eens grondig bestuderen. Die dag werden de partijen met elkaar verzoend, waarna een reglement voor de nieuwe polder opgesteld. Op 2 april 1620 werd door het college van Rijnland eindelijk de vergunning verleend.
De naam van de polder komt voor het eerst voor op de lijst van polders van 2 augustus 1653: polder het Rietmolentge. Pas in de negentiende eeuw werd de naam Rietpolder officieel gebruikt.
De Rietpolder vormt de zuidelijkste polder van een reeks ruitvormige polders, gelegen tussen de Vliet en de Meerburgerwatering. In het zuidwesten werd de polder begrensd door de Weeg- of Wezensloot en in het noordoosten door de Bakkersloot.
Per 1 januari 1979 werd de polder opgenomen in het waterschap De Ommedijck.

3 Bemaling

Bij de stichting van de polder werd een nieuwe molen gebouwd op een oude molenwerf die eigendom was van jonkheer Willem Reijnders. De molen stond in het noordwesten van de polder en waterde door middel van een molenboezem af op de Vliet. In 1647 is de oude molen vervangen door een nieuwe wipmolen. In 1896 leverde de ijzergieterij ‘de Prins van Oranje’ een nieuw ijzeren scheprad voor de molen. In 1926 verving het polderbestuur de molen door een automatische Amerikaanse windmolen, ook wel Hercules genoemd. Lang stond met hier wat sceptisch tegenover, maar nadat het bestuur contact had gezocht met het bestuur van de Oranjepolder en meer informatie had ingewonnen, koos men, evenals het bestuur van laatstgenoemde polder, toch voor de Hercules windmolen. Het plan bestond de oude molen af te breken en hiervoor werd vergunning aangevraagd bij het gemeentebestuur van Stompwijk. Deze nam het bericht voor kennisgeving aan. Of de oude molen in die tijd daadwerkelijk gesloopt is, blijkt uit het archief niet.

“Uit de literatuur rijst van de geschiedenis van de poldermolen een ander beeld op. Mevrouw A.J. Marrenga-Stapff vermeldt in haar boek Verdwenen windmolens in Zuid-Holland dat de molen in 1905 gedeeltelijk werd gesloopt en dat op de onderbouw een windroos werd geplaatst. In deze gedaante kon men hem volgens haar nog in 1947 aantreffen. Marrenga-Stapff baseerde zich volgens haar bronvermelding op Teixeira de Mattos. Deze informatie is ook overgenomen in de onlinedatabase van verdwenen molens.
Deze gegevens kunnen niet juist zijn. Teixeira de Mattos vermeldt in zijn paragraaf over de Rietpolder niets over gedeeltelijke afbraak van de molen. Ook in het polderarchief is hierover niets te vinden. In de rekeningen van 1905 en 1906 werden geen uitgaven verantwoord die te maken hebben met een dergelijke ingreep aan de molen. Ook werden tot 1925 uitgaven in rekening gebracht betreffende reparatie en vervanging van molenzeilen. Heeft Marrenga-Stapff zich bij het raadplegen van het boek van Teixeira de Mattos vergist in de polder Rietvink? Het bovenhuis van deze molen werd in 1905 afgebroken, hoewel Teixeira de Mattos niet spreekt over het plaatsen van een windroos op de onderbouw; er werd een petroleummotor van 13 pk in het onderhuis geplaatst.”

In 1959 werd de Hercules windmolen vervangen door een elektrisch gemaal met centrifugaalpomp dat geplaatst werd op een perceel langs de nieuwe Rijksweg 4a. Dit gemaal is gebouwd in het kader van verbeteringswerken voor de waterhuishouding in de polder en sloeg het water uit op de Weegsloot.

De Rietpolder was een polder (en een waterschap) in de provincie Zuid-Holland, gelegen in wat nu het noorden is van de gemeente Leidschendam-Voorburg. De polder werd in de jaren 1969-1984 vrijwel geheel afgegraven voor zandwinning; op die plaats ligt nu de zuidelijke helft van de zogenaamde Vlietlandplas in het recreatiegebied Vlietland. Het gebied is eigendom van de provincie Zuid-Holland; het exploitatierecht is in handen van Recreatiecentrum Vlietland BV. Van de polder resteren nog slechts twee smalle stroken -langs de Vliet en Rijksweg A4- en een eiland in de plas.

Informatie: 2.4.11 Rietpolder, Rijnlands archief
Kaarten Rijnlands Archief

Wikipedia, 1969-1984
N. Varkevisser


aanvullingen

trivia

afb. 1: Onlangs trof ik onderstaande foto aan op een oude Toeristenkampioen van 5 augustus 1939. Volgens het onderschrift elders in het tijdschrift: "Watermolentje aan de Vliet bij Voorschoten". Daar stond in 1939 geen Wip meer.
Henk van der Kaay, 20 juli 2008.

afb.5: Rietpolder molen, Stompwijk. Rechts achter de molen, rechts naast het bosschage staat de Spekpolder molen. Documentnummer
33.447. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.