Molen Rietvinkpolder, Leidschendam

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1627

verdwenen

1950

1906 gedeeltelijk afgebroken 1950 restant afgebroken

geschiedenis

Rietvincks polder 1627 - 1906

1 Stichting en werken in onderhoud

Op 27 november 1627 kregen Jan Rippertszoon van Groenendijk, Henrich Joriszoon van Leeuwen, Jacob Corneliszoon en andere landgebruikers tussen de Vliet, de Heerweg en de Zijde of landscheiding van het hoogheemraadschap van Rijnland vergunning voor het bepolderen en het bouwen van een windwatermolen. Het poldertje lag geheel geïsoleerd van andere polders, omdat het op de Vliet na omringd werd door hoge boezemgronden. Op de overzichtskaart van Rijnland van 1647 is het molentje al ingetekend op de laagste plaats dichtbij de Vliet.
Het kenmerk van de polders op de westelijke oever van de Vliet is dat de vaarsloten eindigen bij de strook binnenduinen waar de Heerweg op ligt. In de polder Rietvink lopen zelfs enkele vaarsloten door naar de andere zijde van de weg. Ze zijn speciaal aangelegd in verband met de zandwinning. Ze verbonden de Vliet met de aan de westkant van de Heerweg gelegen zandgronden. Het waren de Schakenbosch-, de Potten-, de Kerk- en de Romolensloot. De aanwezigheid van de vaarsloten dwars door het gebied maakte dat de polder als het ware in vier delen was gehakt. Pompen (duikers) onder die vaarten door waarborgden de watergemeenschap. De vaarsloten kwamen in de 19de eeuw goed van pas bij de tuinbouw.
De naam "Rietvinckse Polder" komt in een vergunning van 13 augustus 1735 voor het eerst voor. Toen werd op initiatief van de molenmeesters een duiker onder één van de vaarsloten vernieuwd.
Al vanaf 1643 stond in het zuidelijk deel van de polder, aan de Vliet, een houtzaagmolen. In 1662 kreeg de molenaar van Rijnland toestemming om hout in de Vliet te mogen wateren. De industriemolen werd onlangs meer naar de Vliet verplaatst en geheel gerestaureerd.
(houtzaagmolen, De Salamander, Leidschendam)

De grens van de polder liep om de industriemolen heen. Zuidelijk was de Damlaan de grens en noordelijk de Schakenboschsloot. De polder was ruim 36 ha groot.
In 1860 werd voor het eerst een reglement opgesteld. De bijbehorende grenskaart geeft het waterstaatkundig geheel tot in details weer. Tot ongeveer 1910 leverde het polderbestuur bij Rijnland geen rekening in voor goedkeuring.

2 Bemaling

De molen van de polder staat afgebeeld op de kaart van het ambacht Voorschoten en Veur in 1770. In 1876 greep het polderbestuur in, toen bij het huis Landlust wilgen gepoot zouden worden. De schepradmolen zou dan precies de wind vanuit het zuidwesten ontberen. Het hoogheemraadschap van Rijnland bemiddelde. Omstreeks 1906 werd de molen vervangen door een elektrisch gemaal.

1.2.5.11 Rietvink, polder, archief Rijnland
Polderkaarten archief Rijnland
zondag 1 mei 2022
N. Varkevisser

-----

De ondertoren werd ingericht als machinekamer voor een 13 pk petroleummotor die daar tot 1950 gestaan heeft.