- naam
- Polder Klein Starrevaart
- modeltype
- Kantige molen, grondzeiler
- functie
- poldermolen
- bouwjaar
- verdwenen
- toestand
- verdwenen
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 00968
- oude dbnr.
- V4427
- Meest recente aanpassing
- | Foto
Molen Polder Klein Starrevaart, Leidschendam
Leidschendam, Zuid-Holland
v
locatie
- plaats
-
Leidschendam
- plaatsaanduiding
- aan de Starrevaart
- gemeente
- Leidschendam-Voorburg, Zuid-Holland
- streek
- Delfland
- kadastrale aanduiding 1811-1832
- Stompwijk F (1) 20 Adolph George van der Schooren
- geo positie
-
X: 87603, Y: 455146N: 52.08048, O: 4.40399
constructie
- modeltype
- Kantige molen, grondzeiler
- krachtbron
- wind
- functie
- romp
- achtkante bovenkruier
- inrichting
drie pompen
- plaats bediening
- grondzeiler
- bediening kruiwerk
- buitenkruier
- plaats kruiwerk
- bovenkruier
- vlucht
- 17,53 m
- wiekenkruis
-
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte Pot ? binnen ? binnen 1938?
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
geschiedenis
- toestand
- verdwenen
- bouwjaar
-
circa
- verdwenen
-
gesloopt
- geschiedenis
-
Molen van de polder Klein Starrevaart
Het ongereglementeerde poldertje behoorde slechts toe aan één eigenaar. Door het uitvenen kon het water niet meer op natuurlijke wijze worden geloosd, en werd in 1736 een duiker onder de Starrevaart door gelegd voor lozing op de Starrevaartpolder (Tenbruggencatenummer 08620) tegen ƒ 20,= per jaar. In 1773 kregen Cornelis de Bruyn en Jan van Dijk toestemming voor een eigen molentje met een scheprad.
Het poldertje was omstreeks 1800 geheel verslagturfd en op 7 april 1807 werd aan de toenmalige eigenaars Antony van Rumpt en Allardus Burgerhoud octrooi verleend tot het bedijken en droogmaken van het poldertje. De droogmaking kwam gereed in 1810, de bemaling geschiedde daarna door een kleine achtkante grondzeiler met drie pompen (dus geen scheprad of vijzel). Het molentje had houten assen en roeden met een vlucht van 17,53 m. Het stond op korte afstand van de Vliet aan de Starrevaart, waarop het uitsloeg.
In de nacht van 4 op 5 januari 1817 woei de molen om, behalve het binnenwerk was alles zwaar beschadigd. Nadat eigenaresse Jacoba Maria van Rumpt-Bol de molen had laten vernieuwen, bleek toch ook het binnenwerk vervangen te moeten worden. Op 14 april kon er weer gemalen worden.
In 1935 werd de molen weer door storm verwoest, maar eigenaar J. Olsthoorn gebruikte toen een locomobiel voor de bemaling. Omstreeks 1938 werd de molen gesloopt door timmerman Daan Groenewegen. Deze had een timmermanswerkplaats, die gelegen was achter de Hervormde Kerk "de peperbus". In de 1950-er jaren kwam recht tegenover de sluis een nieuwe straat, waardoor hun huis, dat naast de peperbus stond, en de werkplaats werden afgebroken.
Later gebruikte Olsthoorn een ruwoliemotor van 12 pk met schroefpomp voor de bemaling. Het molenfundament is pas in 1974 verdwenen uit het poldertje van Oudshoorn, zoals het in de omgeving ook wel bekend stond. In 1944 werd het poldertje gereglementeerd, en in 1976 ontpolderd door de gemeente Leidschendam.
Bron ondermeer: Over, door en om de Leytsche dam, 1988. Met dank aan H. van der Kaay. -
aanvullingen
- trivia
Het gevlucht was 17,53 m, en niet 7,53 m zoals Teixera de Mattos vermeldt.
foto's
- foto's
-
draag zelf bij
- foto's
- foto's insturen