- naam
- Het Hert (2e)
- modeltype
- Ronde molen, stellingmolen
- functie
- korenmolen
- bouwjaar
- verdwenen
- toestand
- verdwenen
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 00968 a
- oude dbnr.
- V4426
- Meest recente aanpassing
- | Geschiedenis
Molen Het Hert (2e), Leidschendam
Leidschendam, Zuid-Holland
v
locatie
- plaats
-
Leidschendam
- plaatsaanduiding
- Leidsche Kade
- gemeente
- Leidschendam-Voorburg, Zuid-Holland
- streek
- Haaglanden
- kadastrale aanduiding 1811-1832
- Stompwijk E (1) 173 C.A. Kempenaar, koornmolenaar
- geo positie
-
X: 87506, Y: 455335N: 52.08217, O: 4.40253
constructie
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
geschiedenis
- toestand
- verdwenen
- bouwjaar
- verdwenen
- voorganger
- geschiedenis
-
De ronde stenen molen werd vermoedelijk in 1745 gebouwd.
Rond 1752 koopt Eduard van der Walsem de molen ‘t Hert. Hij was eerder, samen met Dirk van der Star, molenaar op de Groene Molen aan de Kethelstraat in Delft (verpondingsregister, no 3496, Delft, 1749-1751).
Op 20-07-1785 maakt hij zijn testament op bij notaris Hugo Alexander Zwaanshals te Delft en benoemd Jacob Kerkhoven, schout van Zoetermeer, en Dirk van Leeuwen tot executeurs. Eduard van der Walsem overlijdt op 20 september 1785 te Stompwijk.
Op 22-11-1785 verkopen de executeurs de molen met huis, schuur, erf en tuin aan Frans (François) Overgaauw uit Rotterdam voor de som van 21000 gulden. Bovenop deze prijs komen 12 ducaten speldegeld (een klein bedrag voor de vrouwelijke leden van de familie) en 195 gulden 4 stuivers voor gereedschappen. De verkoopakte (notaris Zwaanshals te Delft) vermeld dat jaarlijks 37 gulden en 10 stuivers betaald moet worden aan de Heer van het ambacht Veur en 9 gulden windgeld aan de stad Leiden. Frans Overgaauw overlijdt in 1817, maar het bedrijf wordt voortgezet door zijn weduwe Maria Velleman, haar dochter Herwijntje en haar zoon, de korenmolenaar Cornelis.
Op 16-02-1825 verkopen Cornelis Overgaauw, Maria Velleman en Hermina Overgauw, de molen ‘t Hert (‘t Hart in de akte) aan de korenmolenaar Hugo van Weezel, wonende in Stompwijk. Het betreft de molen, gereedschappen, paard en wagen, huis nr 16/12, erf, tuin en boomgaard en een partij wei- of hooiland gelegen in de Starrevaartsepolder (westelijk deel van kavel nr 2). De onroerende goederen worden verkocht voor 20000 gulden en de gereedschappen etc. voor 1500 gulden (notarieel archief Koudekerk).
Op 15-04-1829 maakt Notaris Johannes van Rhijn, op verzoek van Hugo van Weezel, korenmolenaar, wonende aan de Oostvliet S nr.16 in Stompwijk, een proces-verbaal op der memorie van lasten alsmede veiling van de volgende vaste goederen: 1. de stenen korenmolen ‘t Hart met schuur en erf; 2. Een huis met erf, koe- en paarden-stalling, tuin en boomgaard en 3. Een partij wei- en hooiland. De hoogste bieder voor de molen is Jasper Nonnenkens, korenmolenaar uit Leiden: 9000 gulden. De hoogste bieders voor 2 en 3 zijn Martinus de Witt uit ‘s Gravenhage en Jacobus Teunissen uit Veur, beiden broodbakkers: 2700 gulden voor het huis en 826 gulden voor de weide.
Op 22 april biedt Jan Boon, scheepmaker en timmerman te Delft een hoger bod van 10000 gulden op de molen, maar Cornelis Adrianus Kempenaar koopt alle drie onroerende goederen voor zijn minderjarige zoon Cornelis Adrianus Kempenaar voor de som van 14827 gulden plus 1328 gulden en 35 cent voor de kosten van de verkoping.
Op 27-07-1829 betaald Cornelis Adrianus Kempenaar, burgemeester te Woubrugge 14950 gulden, inclusief de interest.
Op 03-08-1829 verschijnt een advertentie in “Het dagblad van ‘s Gravenhage” betreffende de zuivering van de hypotheek op alle drie onroerende goederen. Cornelis Adrianus Kempenaar overlijdt op 25 september 1872 in Stompwijk. Zijn zoon Cornelis zet het bedrijf voort. Hij overlijdt op 26 februari 1880. Zijn weduwe Maartje van der Marel verkoopt de korenmolen met huizingen en aanhoorigheden aan haar zoon Willem Kempenaar op 5 juli 1888 voor de som van 17000 gulden (transport akte 2106, notaris Dirk Jacobus Klink te Voorburg).
In augustus 1891 wordt het molencomplex publiekelijk geveild in het koffiehuis “de Zwaan” in Leidschendam. Provisionele nieuwe eigenaar wordt Abraham Adrianus Kranenburg te Voorschoten (akte 2682,19 augustus 1891, notaris Dirk Jacobus Klink te Voorburg), maar de koop gaat niet door (akte 2685, 26 augustus 1891).
Op 11-10-1892 wordt het molencomplex opnieuw geveild door notaris D. J. Klink.
Op 18-10-1892 wordt Nicolaas Blonk, wonende in Leidschendam, de nieuwe eigenaar. De koopsom was 8275 gulden (akte 3260, notaris Pieter Cato Louis Eikendal te ‘s Gravenhage)
In 1890 werd hij door de heer Kempenaar verkocht aan Nicolaas Blonk. Kort daarna werd er reeds een lichte "locomobiel geplaatst, die in 1900 werd vervangen door een stoommachine van 60 pk.
Vijf jaar later in 1905 ging men ertoe over de molen te onttakelen, de romp bleef nog tot 1921 staan en werd gebruikt voor het onderbrengen van de silo's.
De maalderij werd twee maal door brand geteisterd nl. in 1921 en in 1928. De korenmolen 'de Oranjeboom' te Voorschoten nam toen tijdelijk een gedeelte van het werk over. De maalderij verdween in de zeventiger jaren.deel van de informatie van A. Bom, 20-12-2023
-
aanvullingen
- toelichting naam
Er zijn weinig etsen van deze molen en dit is de enige ets afdruk op briefkaart (kaart no 66 van uitgever W. de Haan uit Utrecht. De afbeelding is overigens bijna gelijk aan de ansichtkaart reeds geplaatst op de site. Het jaargetijde is echter in de herfst in plaats van de zomer (gezien de bladeren aan de bomen).
Inform. P. Driesprong
- trivia
Een rijmpje over deze molen en molen de Hoop en molen de Salamander:
De Hoop en de Salamander
Staan achter elkander
Het Hert, zo je ziet
Staat aan de overkant van de Vliet.
Het Hert was een korenmolen die langs de Leidse Kade stond en tot 1954 [?] in bedrijf was.
foto's
- foto's
-
draag zelf bij
- foto's
- foto's insturen