De molen ging op 2 maart 1933 verloren door brand.
De laatste molenaar was Bernard Hoitink/Hoytink
De molen was eigendom van Staats Bosbeheer.
Om met windstilte ook te kunnen malen werd er in 1910 een petroleummotor bij de molen geplaatst.
De voet was voor een kwart een gesloten ruimte. Deze ruimte diende om de oliemotor van 25 pk in te plaatsen. De motor dreef via een riem een koppel maalstenen aan.
De trapbomen liepen naar de hoekstijlen.
De molen had ook een vrij groot kruiwiel.
-----
krantenartikel 1925
De molen te Groenlo, die met slooping werd bedreigd, maar welks behoud is verzekerd, dank zij den aankoop door de 'Vereeniging tot behoud van molens'. Het zou inderdaad jammer zijn geweest, indien dit karakteristieke, ouderwetsche en alleraardigste stukje architectuur moest verdwijnen.
-----
van 1836 tot 7 mei 1859 was Antonius Bernardus Arnoldus Carolus ROELOFFZEN, geboren op 10 juli 1810 te Doesburg, molenaar op de Hazeveldsemolen in Meddo.
Zijn zoon Theodorus Roeloffzen geboren op 27 juni 1833 te Meddo, leerde hier ook het vak van molenaar en had o.a. een molen aan de Nijverdalsestraat in Wierden.
Informatie van Theo Roeloffzen, 29-9-2014
Op de plaats van de verbrande molen is later een maalderij gebouwd.
*Middelburgsche Courant, 04-03-1933; p.8/12
MOLEN AFGEBRAND
Uit Winterswijk meldt men aan de "N.R. Ct.":Donderdagmiddag is in de buurtschap Meddo onder deze gemeente de bekende Hazenveldsche molen een der weinige, zoo niet de eenige stendermolen in Gelderland, door brand vernield. Eenige jaren geleden heeft de vereeniging Hollandsche Molen moeite gedaan den molen aan te koopen, maar bij het gemis aan voldoende medewerking, is daar toen niets van gekomen.