Molen De Arend, Amsterdam

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1662

verdwenen

circa 1900

1893 - 1900 gesloopt

geschiedenis

Op 7 augustus 1772 verkreeg Jacobus Boissier de machtiging om zijn helft van de "achtkante windsnuifmolen, genaamd den Arend" te verkopen.
Bron: Stadsarchief Amsterdam.

Barend Brugman was in 1778 de molenaar en bezat de helft van deze molen. De andere helft was (sinds oktober 1772) eigendom van zijn broer Reijer Brugman en neef Barend Brugman. Deze twee verkochten hun aandeel op 6 januari 1778 aan Laurens Regenboog en Pieter Stegmeijer. In deze akte wordt een notarisklerk gemachtigd om het transport in Ouder Amstel af te handelen. In de akte van 14 maart 1778 wordt gesteld dat het een verliesgevende onderneming was geweest: Stadsarchief Amsterdam.
Arjen Lobach, 2 sept. 2022.

De molen op perceel A24 werd in het kadaster van 1811-1832 aangeslagen voor ƒ 320 (OAT07089A003). In het overzicht van de molens in Ouder-Amstel is dat bedrag toegerekend aan een snuifmolen. De combinatie snuifmolen-cementmolen was niet ongebuikelijk.

Algemeen Handelsblad, 18 jan. 1854:
"Verkooping ten overstaan van den Notaris Mr. J.P. van Medenbach Wakker, op Vrijdag den 20sten Januarij 1854, aan den Omval bij den Rijn-Spoorweg, van Linden-, Essen-, Willigen-, en Ipen-boomen, geschikt voor Werkhout, Takkenbossen en hakhout, afbraak en. zijnde daags voor den Verkoopdag te bezigtigen."

Het Nieuws van den Dag, 14 sept. 1891:
"Te Koop:
Een partij grauwe TURF, 7 á 8 duizend Ton, en 6 Schuiten van 29 tot 4 Ton groot.
Te bevragen Trasmolen Omval bij Amsterdam."

De cementmolen was o.a. eigendom van de firma J.A. Smits.

De molen werd tussen 1893 en 1900 gesloopt.

Bron o.a.: Amsterdam IOA, deel 3, pp. 83-86.