Bouwjaar in het midden der 17e eeuw.
In de vergadering van het polderbestuur op 12 februari 1873 werd verzocht om 20 cm dieper uitmalen van de polder, om de opbrengst van de landerijen te verbeteren. Daarom werd op 30 april 1873 besloten de molen te laten vervijzelen. De reconstructie van de molen werd voor ƒ 10.000,- opgedragen aan T. Peppink.
In 1926 werd voor ƒ 1698 de vijzel vernieuwd door de Stoomketel-, Machine- en Motorenfabriek D.H. Landeweer en Zonen te Martenshoek bij Hoogezand.
Op zondag 15 juli 1928 brandde de molen geheel af, waarschijnlijk veroorzaakt door een langsrijdende stoomlocomotief. De pas vernieuwde vijzel bleef wel behouden.
Bron: "Jaarboek Amtelodanum" 1978, met dank aan H. van der Kaay.
foto coll. Ton Meesters
Ansichtkaart, serie 16 nr 5, coll. DVM
Tekst op infobord dat bij de vm molenlocatie staat:
"De SpieringHoornerpolder werd ontwaterd door een grote schepradmolen 'de SpieringHoorner- of Dikke Molen met een vlucht van 25,50 meter. Op 15 juli 1928 brandde deze molen geheel af. Een simpel gemaaltje ten oosten van de Australiënhavenweg herinnert nog aan de plek en functie van de molen. Ook de molengang of molensloot van de molen is nog zichtbaar in de Oostelijke Lange Bretten als een kronkelige oude veenbeek. Deze kreek liep via de Doggenaarsbraak in het IJ. Het huidige gemaaltje pompt uit op de Haarlemmervaart."