Molen Westbijlmer- en Laanderpolder, Amsterdam-Zuidoost

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1832

verdwenen

1954

1913 onttakeld, restant 1954 verbrand

geschiedenis

Molen van de Westbijlmerpolder, later Westbijlmer- en Laanderpolder, later Verenigde Westbijlmer- en Klein-Duivendrechtse Polder.
De molen bemaalde de Westbijlmerpolder en stond aan de zuidwestrand van de Bijlmermeer, schuin tegenover Bijlmerlust.

De molen werd jarenlang door de familie Bon bewoond, diverse 'molenaars' zouden er zijn geboren, in de volgorde van:
Jan Bon geb:17-06-1783,
Zoon Willem Bon Geb:09-11-1818,
Zijn zoon: Arie Bon Geb:07-07-1859,
en de laatste van de familie Bon, Hein Bon.

Huub Bon, 17 juni 2007.
-----

Arie Bon nam de baan van zijn vader over, maar toen hij overleed was hij veehouder.

In 1879 ging de Westbijlmer- en Laanderpolder samen met de Klein Duivendrechtse- en Binnen-Bullewijkerpolder (nog bestaande molen De Zwaan) op in de Verenigde Westbijlmer- en Klein-Duivendrechtse Polder, vanwege een vervening die zich over beide polders uitstrekte, met de naam Nieuwe Bullewijk. Het uitgeveende land werd (per overeenkomst van 21 december 1909) begin 1910 afgescheiden en vormde de polder de Nieuwe Bullewijk. Per 22 december 1914 werd daaraan nog het vanaf 1898 uitgeveende land van de Zuidveenderij toegevoegd vanwege hetzelfde waterpeil.

Vanaf 1909 werd de Verenigde Westbijlmer- en Klein-Duivendrechtse Polder bemalen door het stoom- en het dieselgemaal van de Nieuwe Bullewijk.

In 1915 werd de molen ontdaan van de kap voor reparatie van een molen in Leiden.

Later werd de molen verkocht aan Teun Beukeboom, melkventer uit Duivendrecht, die hem wilde restaureren. Maar na de brand door blikseminslag in 1954 heeft hij omdat dit te duur werd, de boel met grond verkocht aan Gijs den Hartog uit de Bijlmermeer die daar een huisje heeft laten bouwen. Dit huisje heeft moeten wijken voor het bouwrijp maken van de wijk Bijlmermeer. Tijdens de brand in ± mei 1954 woonde er ene Piet Romijn.