Molen Strijkmolen A (Nieuwe Vaart), Alkmaar

Alkmaar, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Strijkmolen A (Nieuwe Vaart)
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
boezemmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00794
oude dbnr.
V4316
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 00794 Strijkmolen A (Nieuwe Vaart) (Alkmaar)
Foto: n.n., collectie N. Sonneveld

locatie

plaats
Alkmaar
plaatsaanduiding
aan de Nieuwe Vaart, bij de Zes Wielen
gemeente
Alkmaar, Noord-Holland
plaats(en) voorheen
Oudorp
streek
De Heerhugowaard
kadastrale aanduiding 1811-1832
Oudorp A (2) 218 Heerhugowaard
geo positie
X: 112583, Y: 517188
N: 52.64054, O: 4.76055

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
scheprad
vijzel 2,30 m Ø (1894)
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
24,62 m
bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Enthoven & Co, L.I. ✉︎ 238 1860 1860? 1941
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gedemonteerd
geschiedenis
Deze molen

Molen A werd in 1941 voor het Openluchtmuseum gedemonteerd.
Door oorlogsomstandigheden is het materiaal verloren gegaan.


De Heerhugowaardse strijkmolens

Tijdens de drooglegging van de Heerhugowaard konden de bedijkers niet voldoende water uitmalen op de Raaksmaatsboezem. Daarom werden 14 boezemmolens gebouwd op de scheiding van Raaksmaats- en Schermerboezem. De strijkmolens maalden overtollig water van de Raakmaatsboezem in de 40 cm hoger staande Schermer(later -boezem). Omdat de opvoerhoogte gering was, ze "streken het water af", werden zij strijkmolens genoemd. De boezemmolens waren nodig omdat de uitstroom van de Raaksmaatsboezem naar het noorden onvoldoende was om het polderwater uit de droog te leggen en te houden polder af te voeren zonder het maximale boezempeil te overschrijden.


Aan de Nieuwe Vaart, bij de Zes Wielen

Hier stonden de strijkmolens A t/m E (19e-eeuwse aanduiding) en een zesde molen. De oostelijke molen ging al in 1688 door brand verloren (ruim voordat de molens met letters aangeduid werden). Molen A werd in 1941 voor het Openluchtmuseum gedemonteerd, daar ging het materiaal door oorlogsomstandigheden verloren. De overige vier molens B, C, D en E bleven wel behouden.


Achter Oudorp

Hier stonden vier strijkmolens, twee van de Heerhugowaardbedijkers, en twee voor rekening van het Geestmerambacht.


Bij Rustenburg

Hier stonden de vier strijkmolens H, I, K en L bij Rustenburg waarvan de I, K en de L nog aanwezig zijn. De molen L staat het dichtst bij Alkmaar, molen H stond het verst van Alkmaar af.

De vier strijkmolens sloegen uit de Raaksmaatboezem (links = noord) uit op de Schermer (rechts). Hiertoe waren er 2 uitstroomopeningen in de Huygendijk.

Na de bedijking en drooglegging van de Schermer in 1635 werd er uitgemalen op de Schermerringvaart.


Chronologie

1627/1628: De bedijkers van de Heerhugowaard bouwen 2 strijkmolens bij buurtschap De Zes Wielen aan de Nieuwe Vaart tussen Oudorp en Alkmaar (dit zijn de molens die later de letters C en D kregen)* , en 4 strijkmolens bij Rustenburg (6) (*).

1630/1631: In opdracht van een commissie van de Staten van Holland bouwen de bedijkers van de Heerhugowaard nogmaals 4 strijkmolens, aan de Nieuwe Vaart (10) (*).

1632: De bedijkers van de Heerhugowaard worden verplicht nog eens 4 strijkmolens te bouwen, waarvan er 2 betaald worden door Geestmerambacht (beheerder van de Raaksmaatsboezem). Deze molens komen achter Oudorp langs de (toekomstige) Schermer ringsloot (14).

1688: Strijkmolen F aan de Nieuwe Vaart verbrandt (13).

1826: Strijkmolen I bij Rustenburg verbrandt (12).

1843: Strijkmolen I bij Rustenburg wordt herbouwd (13).

1864: Strijkmolen I bij Rustenburg verbrandt nogmaals, en wordt weer herbouwd (13).

1919: Strijkmolen H bij Rustenburg (dbnr. 4371) verliest zijn wiekenkruis, wordt afgedicht en verder als woning verhuurd.

1936: De romp van strijkmolen H wordt gesloopt (12).

1941: Het zuidelijke deel van de Raaksmaatsboezem wordt gemeengelegd met de Schermerboezem, daardoor verliezen de strijkmolens hun functie. Strijkmolen A aan de Nieuwe Vaart (dbnr. 4316) wordt naar het Openluchtmuseum overgebracht en verbrandt daar tijdens een bombardement (11). De drie noordelijkste strijkmolens achter Oudorp worden gesloopt (8).

2000: De resterende 5 strijkmolens bij Oudorp worden eigendom van de Molenstichting Alkmaar, de 3 resterende strijkmolens bij Rustenburg worden eigendom van de Stichting Schermermolens.

Bron o.a.: Joan Harmsen, Molenpost 41e jaargang nr. 1, 2014, blz. 8.


Molenaars

In 1764 waren de molenaars op de Strijkmolens aan de Nieuwe Vaart:
- Jan Bancrasz
- Arien Klugt
- IJsbrand Jansz Bruijn, daarna zijn weduwe
- Claas Bruijn, Jacob Cluft, Claas Hendriks Roode
- Jan IJsbrandsz Bruijn
Bron: "Memorie ofte Lijste van alle de Gemene molenaars van de Heer Huijgenwaart".

aanvullingen

trivia
Tekst bij de afbeelding 4: Deze foto toont de afbraak van Strijkmolen A bij Oudorp in 1941. Op de achtergrond staan de nog bestaande Strijkmolens B en C.
Te zien is hoe men het eeuwenoude achtkant voorzichtig uit elkaar haalt omdat het de bedoeling was de molen in het Openluchtmuseum te Arnhem weer op te bouwen.
De onderdelen raakten in de oorlog beschadigd, zodat er van de herbouw niets terecht gekomen is. Wie de demontage uitvoerde is niet bekend. Vermoedelijk een molenmaker uit de buurt van Alkmaar. De man met de lange jas links zou iemand van het Openluchtmuseum kunnen zijn die de werkzaamheden komt bekijken.
Erwin Esselink.
-----

(*) Meestal wordt vermeld dat er eerst 4 strijkmolens aan de Nieuwe Vaart aan de Nieuwe Vaart werden geplaatst, maar uit de rekeningboeken van de Heerhugowaard blijkt bovengenoemde chronologie 6 - 4 - 4 de juiste te zijn.
Bron: "Lofwaerdighe dijckagies en miserabele polders", Han van Zwet, 2009.
-----

762. 1634, maart 7. De gecommitteerden van Alcmaer en de Huijgenwaert ter ene zijde en die van Oudtdorp ter andere zijde komen overeen, dat de partij ter ene zijde wegens molengelden en omslagen van de Huygendijck, Zeedijck, Hontsbosch, Uyttersluysen, Raecxmaet, Reeckerdijck als anderszins, jaarlijks 14 gulden zal contribueren van de landen, die zij tot aanleg van de Nieuwevaart tussen de Wielen en Jan Boyes genomen hebben, alsmede van de ringsloot die door die van de Waert is gegraven. Authentiek gelijktijdig afschrift op papier. Inv. nr. 2270.
Bron: Inventaris stadsarchief Alkmaar 1254-1815, deel 2. Regestenlijst 1254-1810.
-----

Vaak worden deze strijkmolens aangeduid met "(bij) De Zes Wielen", maar wij houden "Nieuwe Vaart" aan, zoals ze in het archief van de Heerhugowaard genoemd worden (zie afb. 4).

In "Molens in Noord-Holland", 1981, hoofdstukje "De windbemaling van de Raaksmaatsboezem" legt G.H. Keunen op blz. 141-142 uit:
"De groep strijkmolens ten westen van Oudorp worden vandaag aan de dag vaak aangeduid met de 'De Zes Wielen'. Deze naam werd nogal eens verklaard met verwijzing naar het aantal van zes molens dat daar vroeger stond. Ook werd wel een verband gelegd met wielen of walen die hier overgebleven zouden zijn als gevolg van dijkdoorbraken in de omgeving. De herkomst van de naam wordt echter pas duidelijk, wanneer men leest dat op 7 maart 1757 te Alkmaar werd begonnen 'de Seswielen of Drie Overtoomen, staande en geleegen een weynig buyten de Vrieschepoort even voorbij den verbranden saegmolen, af te breecken om een anderen ofte twee wielen in de plaats te stellen'. Met de wielen werden dus de raderen van de overtomen bedoeld. Iedere overtoom had een hooggelegen horizontale as met twee grote raderen om met touwen en menselijke spierkracht kleine schuitjes over een waterscheiding, bijvoorbeeld een dijk, heen te trekken en van het ene waterniveau naar het andere te brengen. Later zijn de overtomen meest vervangen door schutsluizen.
Bij de westelijke strijkmolen te Oudorp was een scheiding tussen de waterniveaus van de polder Geestmerambacht, de Raaksmaatsboezem en de Schermerboezem. In de tijd dat hier nog geen sluis lag stonden daar drie overtomen met in totaal dus zes raderen of wielen om schuitjes van de Raaksmaatsboezem of uit de Geestmerambacht naar de Schermerboezem te trekken of omgekeerd. Na de vervanging van de overtomen bleef deze plaats toch de aanduiding 'aan (bij) de Zes Wielen' houden. Deze naam heeft daarom geen betrekking op de molens maar op de omgeving waarin ze staan."