Molen Weelpolder, bovenmolen, Aartswoud

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1856

verdwenen

voor 1894

geschiedenis

Tegen de Westfriesedijk lag een uitgestrekt water genaamd de Weel. Het lag gemeen met de Langereis, en werd aan drie kanten omgeven door riet- en moerassig weiland. De eigenaars van het water en van het land hebben zich tot het omdijken en droogmaken verenigd, en na daartoe bij 's Konings besluit van 4 juni 1856 no. 57 de vereiste vergunning verkregen te hebben, het werk nog in datzelfde jaar tot stand gebracht.

De oude landen ter grootte van 31 ha, met een daarin overgebleven poeltje genaamd Henneke Del, liggen gemiddeld 1,35 m hoger dan de nieuwe. Daarom was een tweetraps bemaling noodzakelijk, zie ook Weelpolder, ondermolen, Tenbruggencatenummer 04150 e.

De bovenmolen sloeg het water uit op de maalkolk van de Binnenpolder, waarvoor jaarlijks een recognitie van ƒ 20 werd betaald.

In 1894 was alleen nog de ondermolen aanwezig. Dit had te maken met het gemeenleggen van de Binnenpolder met de rest van De Vier Noorder Koggen, waardoor de tussenliggende aparte maalkolk kon vervallen en het overtollige water van de hoge gronden van de Weelpolder direct op de Binnenpolder kon afvloeien.

In 1936 wordt vermeld dat de lage landen door een windmotorinstallatie werden bemalen.

Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", tweede uitgaaf, Jhr. Mr. J.W.M. Schorer, 1894. Verzameling H. van der Kaay.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.