De molen was oorspronkelijk 1 van de 2 molens, die de Buitendijkerlanden onder Spanbroek en Wognum als onderbemaling bemaalden op het waterschap De Vier Noorder Koggen. In de Molenakte van 1819 werd voor de bouw van deze molens vergunning verleend, kort daarna zijn de molens geplaatst. De ene was deze aan de Zomerdijk en sloeg uit op de Zwedsloot, de andere stond bij het Braakje te Zandwerven, zie Buitendijkerlanden onder Spanbroek en Wognum, De Braakmolen, Tenbruggencatenummer 04150 b. Het polderpeil was slechts 38 cm lager dan dat van het ambacht De Vier Noorder Koggen.
Het gebied is later opgenomen in de polder De Lage- of Achterkogge, waarvoor in 1879 een stoomgemaal werd gebouwd in Noordermeer, dat eveneens uitmaalde op De Vier Noorder Koggen.
Molen De Katuil is toen verbouwd en werd een buitenkruier. In 1880 werd de molen verkocht (*) en omgebouwd tot korenmolen, 'de Katuil' en later 'de Welgelegen'.
Tot 1922 was de molen in gebruik, de laatste molenaar was Appelman. Volgens nagelaten aantekeningen van wijlen Jan van Egmond is de molen pas in 1926 stilgezet. In 1942 vond onttakeling plaats.
Bron ondermeer:
"De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
Op de eerste foto is te zien dat de molen al in verval is: het hekwerk van de vier wieken is deerlijk gehavend en de molen staat eigenlijk op de sloper te wachten.
Bron: "Molens in Noord-Holland in oude ansichten", 1980.
-----
(*) Advertentie in de Purmerender Courant van 2 mei 1880:
"PUBLIEKE VERKOOPING
op Dinsdag 11 Mei 1880, 's voormiddags 11 uur ten herberge van J. de Goede in de Zuidermeer onder Spanbroek van een kapitale WATERMOLEN, genaamd "de Katuil", zeer geschikt tot uitoefening van eenig bedrijf, benevens erf en grond, gunstig staande en liggende aan den Zomerdijk onder Wognum."