Molen De Gooyer, Amsterdam

Amsterdam, Noord-Holland
b

korte karakteristiek

naam
De Gooyer
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1929 / 1976
bedrijfsvaardigheid
Draaivaardig
bestemming

Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf

adres
Funenkade 5
1018 AL Amsterdam
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00699
oude dbnr.
B636
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis
media-bestand
Molen 00699 De Gooyer (Amsterdam)
J. van Hertum (25-03-2012 - via Wikipedia)

locatie

plaats
Amsterdam
gemeente
Amsterdam, Noord-Holland
kadastrale aanduiding
Gemeente Amsterdam, sectie O, nr. 3721
geo positie
X: 123603, Y: 486647
N: 52.36681, O: 4.92623
biotoopwaarde
5 (goed)
landschappelijke waarde
Zeer groot; dominerende functie voor de grotendeels bebouwde omgeving.

contact en bezoek

bezoek/postadres
Funenkade 5
1018 AL Amsterdam
molenaar
E. Schuurman / G. van der Lubbe
telefoon
020-6223972
e-mail

website
social media
open voor publiek
nee
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van De Gooyer via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Grenen achtkant, gedekt met riet, op grotendeels grenen onderbouw, gedekt met riet. Het onderste gedeelte van de vierkante onderbouw (ca. 6 meter) is gemetseld.
kap
Gedekt met riet
inrichting

Eén koppel 17der kunststenen (niet maalvaardig); sleepluiwerk; elektrisch luiwerk; hamermolen.

versieringen

Eenvoudige baard, donkergroen geverfd, wit afgebiesd, zonder opschrift.

Achterbaard donkergroen geverfd met wit afgebiesde konijnenbilletjes

Witte 'accoladen' op de donkergroene rietplanken

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Rollenkruiwerk; 46 houten rollen. Kruirad.
vlucht
27,00 m.
vang
Vlaamse vang; 5 scharnierende stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Kneppel; pal.
overbrenging

Bovenwiel 51 kammen
Bovenschijfloop 27 staven, steek 16,5 cm.
Spoorwiel 114 kammen
Steenschijfloop 30 staven, steek 8,5 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 7,18

hoogte
van de stelling: 17,80 m.
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 356, Vaags
Vaags
✉︎ 356 buiten 2016 2016 buiten aanw. 27,00
media-bestand
Roede 357, Vaags
Vaags
✉︎ 357 binnen 2016 2016 binnen aanw. 27,00
Derckx ✉︎ 170 buiten 1976 1976 buiten 2016 26,60
Derckx ✉︎ 171 binnen 1976 1976 binnen 2016 26,60
Pot ✉︎ 1585 buiten 1889 1889? buiten 1929 26,33
wiekverbeteringen

In 1929 kreeg deze molen het systeem Dekker op beide roeden. Bij de beruchte storm van 12/13 november 1972 ging het wiekenkruis, en daarmee het wieksysteem, verloren.
Bij het herstel in 1976 werd weer Oud-Hollands aangebracht.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
media-bestand
As 1, Stork Werkspoor bv. Hengelo
Stork Werkspoor bv. Hengelo
✉︎ 1 1976 1976 aanw. 05,23
Schretlen & Co, D.A. ✉︎ 199 1877 1929 1972
Penn & Comp, F.J. ✉︎ 100 1857 1929
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Draaivaardig
bestemming

Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf

molenmaker
?? (1814) Fa. de Boer, Oostzaan (1929) Fa. J.T. Poland, Heerhugowaard (1976)
omwentelingen
eigendomshistorie

Stadsherstel Amsterdam N.V. is eigenaar sinds 16 november 2018, daarvoor was dat sinds 1928 de gemeente Amsterdam.

geschiedenis

Molen 'De Gooyer' is een oorspronkelijk omstreeks 1725 gebouwde en als korenmolen ingerichte bovenkruier met stelling.
De vroegste geschiedenis met betrekking tot deze molen voert terug tot in de 16de eeuw. De molen bestond reeds bij het uitbreken van de 80-jarige oorlog en werd in 1572 door Lumey vernield, te samen met alle andere gebouwen rondom de muren van Amsterdam. Eerst ca 20 jaar later werd bij herbouwd door de zoon van de toenmalige eigenaar. In 1603 werd de ene helft en in 1609 de andere verkocht aan Claes en Jan Willemsz., gebroeders uit Gooiland. De naam De Gooyer stamt uit deze tijd.
In 1620 wordt bij vermeld als De Goyermolen. Deze molen - een standerdmolen zoals vrijwel alle korenmolens uit die tijd - werd, mogelijk vanwege windbelemmering als gevolg van de stadsuitleg in 1613, rond 1640 verplaatst naar de oostzijde van de Amstel. De doortrekking van de vestinggordel van de stad leidde in 1662 of kort hierna nogmaals tot verplaatsing en wel naar het bolwerk Oosterbeer.

In of omstreeks 1725 is de vermoedelijke standerdmolen vervangen door de huidige achtkante bovenkruier met stelling.
In 1814 werd de molen, vanwege windbelemmering door een in 1811 gebouwde kazerne, op stadskosten verplaatst naar de stenen voet van een van de twee in 1812 afgebroken stadswatermolens, die in de nabijheid hadden gestaan. Deze stadswatermolens waren oorspronkelijk in 1688 gebouwd aan de Zeeburg voor de waterverversing van de stad, maar in 1759 verplaatst naar het Funen.

In 1904 werd onder in De Gooyer, die in 1843 twee koppel stenen bezat, een gasmotor geplaatst. Omstreeks 1920 is de windmolen buiten bedrijf gekomen, maar het maalbedrijf werd tot het eind van de jaren twintig voortgezet met een op de begane grond geplaatste en door een zuiggasmotor aangedreven maalinrichting.
In 1927 was de in slechte staat geraakte stelling al niet meer aanwezig. Nadat al omstreeks 1918 was overwogen de wieken te verwijderen, werd in 1928 de in verval verkerende molen door de gemeente aangekocht.

In 1929/30 vond algehele restauratie plaats en het bij die gelegenheid aangebrachte systeem Dekker maakte De Gooyer tot de eerste verdekkerde korenmolen in ons land. Overigens is er bij deze restauratie veel meer gebeurd: de oorspronkelijke inrichting werd grotendeels verwijderd. Uit een rapport van 1927 blijkt dat de molen toen drie koppel stenen bezat en dat het spoorwiel zich op de luizolder, een zolder hoger dan de stenen, bevond. Zeer waarschijnlijk is al het oorspronkelijke gaandewerk bij de restauratie vervangen door wat nu aanwezig is. Vermoedelijk kwam dat uit de voorraad van molensloper De Boer.
Maar daar was het niet bij gebleven: ook wiekenkruis en bovenas werden gewisseld! De eerste gietijzeren as werd hier omstreeks 1868 aangebracht. Hij was naar alle waarschijnlijkheid afkomstig uit een in die tijd afgebroken molen van de Zuidpolder bij Dordrecht. Bij de restauratie in 1929 is deze vervangen door een exemplaar dat afkomstig is uit een van de twee voormalige molens van de Gemeenschapspolder bij Weesperkarspel. Datzelfde gold vermoedelijke beide roeden.

Na in de Tweede Wereldoorlog veel voor particulieren te hebben gemalen, is de molen nog tot het eind van de jaren '40 in gebruik geweest. Steeds was de molen verhuurd aan de bekende korenmolenaarsfamilie Schuurman. In de jaren '60 van de 20ste eeuw werd er nog enige tijd bloedmeel, een zeer onwelriekende stikstofmeststof, gemalen. Daarna werd de molen alleen nog af en toe aan het draaien gebracht.

Op 13 november 1972 sloeg de molen als gevolg van een zware storm op hol: de inderhaast te hulp geroepen molenaar kreeg de zaak niet meer onder controle, de bovenas brak en het wiekenkruis stortte als gevolg naar beneden. Grote schade was het gevolg.

Restauratie ondervond vertraging, omdat er voor deze grote molen geen bovenas van het juiste formaat meer beschikbaar was: de grote sloop-assen waren 'op'. Er was maar één oplossing: een nieuwe bovenas gieten. Op zich was dit een zeer gunstige ontwikkeling, want op deze manier werden de grenzen in de molenbouw verlegd en daarna werd veel vaker een nieuwe molenas gegoten. 

In 1976 kwam het grote herstel gereed en daarna draaide de molen weer met enige regelmaat. Malen was niet meer mogelijk, omdat de loper van  het enig aanwezige koppel stenen inmiddels was gebroken.

In 2016 werd volop aan de molen gewerkt: nieuwe windpeluw met voorkeuvelens, delen van de stelling vernieuwd en ook heeft men de roeden vervangen.

Constructie
De nagenoeg geheel van grenenhout gemaakte romp bestaat uit een onder- en bovenachtkant, ieder met drie bintlagen, die zijn geplaatst op een ca. 7 m. hoge vierkante stenen onderbouw. Volgens oude afbeeldingen van de stadswatermolen die hier heeft gestaan, was de stenen voet oorspronkelijk de helft lager en moet deze in 1814 aanmerkelijk zijn verhoogd. Aan inkepingen in de stijlen en legeringsbalken van het onderachtkant is te zien dat er vroeger een andere verdeling van veldkruisen is geweest en dat het onderachtkant vroeger beneden wijder was dan boven. Bij de verplaatsing in 1814 moet men de benedenwijdte hebben verkleind, waarschijnlijk om hem aan te passen aan de afmetingen van de bestaande fundering. Dat de molen verplaatst is kan mede worden afgeleid uit de secundair gebruikte materialen die hier en daar deel uitmaken van de constructie.

aanvullingen

toelichting naam

In 1603 werd de ene helft en in 1609 de andere verkocht aan Claes en Jan Willemsz., gebroeders uit Gooiland. De naam 'De Gooyer' stamt uit deze tijd en heeft dus al aan de voorgangers behoord.
Amsterdammers kennen deze naam doorgaans niet en spreken van "De molen aan het Funen", "De Funenmolen" of kortweg: "De Funen".

unieke eigenschap

De hoogste houten molen van Nederland.

foto's

foto's