Molen Joeswert, Feerwerd

Feerwerd, Groningen
b

korte karakteristiek

naam
Joeswert
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
herbouwd
1977
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

adres
Mentaweg 1A
9892 TA Feerwerd
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00477
oude dbnr.
B320
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 00477 Joeswert (Feerwerd)

Gijs Dinand Nienhuis (04-03-2025) 

locatie

plaats
Feerwerd
gemeente
Westerkwartier, Groningen
streek
Westerkwartier
kadastrale aanduiding
Gemeente Ezinge, sectie B, nr. 1171
geo positie
X: 226830, Y: 591502
N: 53.30530, O: 6.46496
biotoopwaarde
4 (aanvaardbaar)
landschappelijke waarde
Zeer groot maar er zijn ook behoorlijk wat beplantingen in de omgeving.

contact en bezoek

bezoek/postadres
Mentaweg 1A
9892 TA Feerwerd
molenaar
Libbe Kooistra / Rolf Wassens
telefoon
06-22860441
e-mail

website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

Op afspraak

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van Joeswert via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Houten achtkant, gedekt met verticale houten delen, op gewitte gemetselde onderbouw
kap
Gedekt met gepotdekselde planken
inrichting

Eén koppel 16der en één koppel 14der blauwe stenen (de laatste naar keuze op de wind of de motor); één koppel blauwe stenen (Ø 0,9 m.) op elektrische kracht; regulateur; electrisch luiwerk, jacobsladders, bloembuilen, mengketels, pletwals. Elektromotor (Bauknecht) 10 pk. 

versieringen

Eenvoudige baard, wit geverfd met dunne rode bies, met daarop "Joeswert" en de jaartallen "1855" en "1977".

Aan de noordwestkant is er een steen met daarop : "Joeswert 1855 N0.92"

Op de in 1978 grotendeels vernieuwde waaierij stond het rijmpje: 
"Wat suist en bromt het ons om d’oren
Als men het pellen gaat aanhoren.
De wieken huilen door de lucht
De kammen brommen door de staven
Als alles gaat met zulk een vlucht.
De gerst die gaat men hier afpellen
Door stenen die in ‘t ronde snellen.
Zo pelt men door ons lichaam krachten
Bij dagen en ook bij nachten
Wijl de aarde ons in ‘t ronde draait".

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Voeghoutenkruiwerk. Kruilier.
vlucht
21,25 m.
vang
Hoepelvang (metaal). Vangbalk met duim; vangstok. Pal.
overbrenging

Bovenwiel 63 kammen
Bovenbonkelaar 32 kammen
Kammenluitafel 37 kammen
Luiaswiel 21 kammen
Spoorwiel 106 kammen
Steenschijflopen 27 resp. 23 staven
Pelschijflopen 19 staven
Overbrengingsverhoudingen 1 : 7,73 en 1 : 9,07 (maalwerk) en 1 : 10,98 (pelwerk)

hoogte
van de stelling: 7,90 m.
wiekvorm
Zelfzwichting met Bremer-stroomlijnneuzen en neusremkleppen op beide roeden..
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Bremer ✉︎ 214 binnen 1977 1978 binnen aanw. 21,25
media-bestand
Roede 215, Bremer
Bremer
✉︎ 215 buiten 1977 1978 buiten aanw. 21,25
onbekend ✉︎ ? buiten ? 1908(?) buiten 1955 21,50
onbekend ✉︎ ? binnen ? 1904 binnen 1976 21,50
wiekverbeteringen

Vanaf 1900 heeft deze molen zelfzwichting gehad, eerst op de buitenroede en vanaf 1905 op beide roeden. Later kwam hier halve verdekkering bij, op de buitenroede bovendien met neusremkleppen. 
Bij de grote restauratie van 1976/77 is zelfzwichting met Oud-Hollandse voorzomen aangebracht.
In 1988/89 zijn, bij vervanging van een deel van het houtwerk van het gevlucht, op beide roeden Bremer-stroomlijnneuzen met neusremkleppen toegepast.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
media-bestand
As g.n., NSBM Fyenoord
NSBM Fyenoord
✉︎ g.n. 1840 1904? aanw.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
wederopbouw
Ingrijpend gerestaureerd na ruim 20 jaar stilstand en (sterk) verval.
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

molenmaker
Onbekend (1855) Fa. Doornbosch, Adorp (1976/77)
omwentelingen
eigendomshistorie

De gemeente Ezinge was eigenaar van 1967 tot 1974, daarna werd dat de Molenstichting De Meeuw en Joeswert. In 1993 ging deze laatste over in de Molenstichting Winsum.

geschiedenis

De molen werd in 1855 gebouwd voor Willem Dewes Faber uit Garnwerd. Opmerkelijk, of juist weer niet, is dat deze molen geen rechtstreekse voorganger had: reeds in 1628 was de in Feerwerd aanwezige standerdmolen opgekocht en afgebroken. Dit toen in het kader van een grote molensanering in de provincie Groningen vanwege de belasting op het gemaal. 
De huidige molen is ook niet toevallig pas gebouwd nadát de belasting op het gemaal in Nederland was afgeschaft. 

Tweede eigenaar werd Egbert Wieringa in 1865. In 1892 verkocht deze zijn molen aan S. Hazenberg voor ƒ 3500,--. Al in 1893 volgde verkoop aan Gatze Hettes de Groot, molenaar te Garnwerd. De prijs was f 4575 plus ƒ 600,-- overnamekosten. In 1908 deden zijn erven de molen over aan zoon Willem de Groot, die later commissionair in granen zou worden. In 1920 ging de molen over naar diens broer Hette de Groot.

Jarenlang was deze molen als koren- en pelmolen in bedrijf en, onder zijn molenaar, één van de best onderhouden molens van de provincie Groningen. 
Uitgerekend in het jaar dat de molen 100 jaar bestond ging het mis: op 10 december 1955 brak tijdens het pellen de buitenroede. In zijn val beschadigde een end de lange spruit en schoor rechts en ook de stelling. 
De Groot probeerde vervolgens fondsen te vinden om zijn molen te kunnen herstellen maar kreeg geen steun, ook niet bij de socialistische burgemeester van Ezinge, de gemeente waar Feerwerd onder viel. Hette de Groot gaf het na enige tijd gedesillusioneerd op (en overleed 3 april 1959 in Groningen, 65 jaar oud). 
De molen werd verkocht aan Jan Keizer, voorheen molenaar te Staphorst, maar ook die slaagde er niet in, iets aan de situatie te veranderen. Tot 1980 bewoonde de familie Keizer het molenaarshuis. 

Op het moment dat de Molenstichting De Meeuw en Joeswert de molen overnam, was deze al 20 jaar niet meer onderhouden en dat was goed te zien: de stelling geheel verdwenen en grote gaten in de bekleding van de romp. Ook had de molen slechts één, inmiddels kaalgezette (of -gewaaide) roede en hingen de in 1955 gebroken lange spruit en schoor er nog altijd kreupel bij. 

De in 1976 begonnen restauratie werd, gezien de toestand van de molen, zeer omvangrijk: nieuwe kap, roeden en stelling en het achtkant werd eveneens grondig nagekeken. Op 29 april 1978 werd de geheel herstelde molen feestelijk in gebruik genomen. 

Henk Epskamp begon hier in 1979 een maalbedrijf. Rolf Wassens nam dat, nadat hij enige jaren op "De Vrijheid" te Schiedam had gewerkt, in 1980 over en breidde het maalwerk uit. In de toptijd werd zo'n 14 tot 15 ton meel per week verwerkt. Hans Wolthuis werd toen in dienst genomen. 
In 1982 werd het tweede koppel stenen (de 14ders) in ere hersteld en van een elektrische onderaandrijving voorzien. Het kleine derde koppel (Ø 90 cm.) diende voor het breken van lijnzaad en later mout (voor een bierbrouwerij). Diverse latere vakmolenaars in den lande liep hier stage. 
In 2000 liep de omzet drastisch terug na het sluiten van Impuls bakkerij te Pieterburen. Wat bleef was het Speltproject Pieterburen, dat in 1997 was gestart.
Helaas lukte het begin 2017, toen Rolf Wassens zijn werkzaamheden als molenaar wilde beëindigen, niet om het maalbedrijf op een soortgelijke basis voort te zetten. Anno 2025 maalt de Joeswert nog altijd spelt, maar nu op vrijwillige basis. 

Technische bijzonderheden
De bovenas is bijzonder: deze Fyenoord-as behoort tot de oudste nog bestaande gietijzeren assen van Nederland, duidelijk ouder dan de Joeswert zelf en moet daarom afkomstig zijn van een andere (tot op heden niet bekende) molen. De in oorsprong zeer korte as is met lange vulstukken tot aan de penbalk verlengd en heeft een losse metalen pen en moet hier in of vóór 1904 gestoken zijn. De originele pen is er, kennelijk om de zaak beter pasbaar te maken in de houten vulstukken, afgeslagen. 
In 2010, toen de molen na ruim 30 jaar intensief gebruik groot onderhoud nodig had, werd de bovenas tijdelijk uit de kap (die op dat moment op de grond stond) verwijderd, om geheel nieuwe vulstukken te krijgen. 

Ten aanzien van de zelfzwichting kan ook het nodige worden opgemerkt: '1904 voor het laatst met zeil gewerkt' staat op een kapspant geverfd. Bekend is, dat de houten roeden indertijd zijn vervangen door ijzeren (hoewel voor één van de roeden ook 1908 als steekjaar wordt genoemd). Maar 'De Molenaar' van 28 oktober 1903 meldt dat Feerwerd al vanaf 1900 zelfzwichting had, aangebracht door molenmaker Noordewier uit Niezijl. Gezien de aantekening op het bovenwiel moet dan worden aangenomen dat in 1904 de tweede roede voorzien is van zelfzwichting, in 1900 de eerste. Misschien dat één roede daarna toch niet geschikt bleek voor de zelfzwichting en moest worden vervangen; dat zou dan in 1908 gebeurd kunnen zijn. 

bronnen

- Onderzoek van wijlen de heren H. Scheringa en G.A.K. Iwema uit Ezinge.
- Allerhande mededelingen van Rolf Wassens.

aanvullingen

toelichting naam

Op oude kaarten komt de naam Joeswert (of Joeswerd) voor als naam van de polder direct ten zuiden van de molen. Een paar kilometer zuidelijker staat aan de Meedenerweg een boerderij met dezelfde naam.

literatuur

B. van der Veen Czn., De windmolens der gemeente Ezinge, in: De Zelfzwichter, 4e jaargang , nummer 11, (juni 1978), pp. 18 - 22. 

trivia

De roede die op 10 december 1955 brak, sloeg 'onderweg' dus heel veel stuk en kwam neer, precies waar heel kort tevoren molenaarsknecht Geert Spoelman met een klant had staan praten. 
Inderdaad: dezelfde Geert Spoelman (van Mensingeweer) die in 1954 de op hol geslagen Veurste Meulen te Eenrum mede had gered. 

foto's

foto's