Molen De Zuidwendinger, Vierverlaten

Vierverlaten, Groningen
b

korte karakteristiek

naam
De Zuidwendinger
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
herbouwd
1990/91
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Bemalen van de polder De Zuidwending, thans op vrijwillige basis

adres
Hoendiep 335
9744 TD Groningen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00472
oude dbnr.
B375
Meest recente aanpassing
| Foto as en roe
media-bestand
Molen 00472 De Zuidwendinger (Vierverlaten)
Rob Hoving (2-6-2012).

locatie

plaats
Vierverlaten
gemeente
Groningen, Groningen
streek
Westerkwartier
kadastrale aanduiding
Gemeente Hoogkerk, sectie D, nr. 114
geo positie
X: 227164, Y: 581270
N: 53.21319, O: 6.46745
biotoopwaarde
4 (aanvaardbaar)
landschappelijke waarde
Niet onbelangrijk maar wordt sterk verkleind en verlelijkt door vele hoogspanningsmasten.

contact en bezoek

bezoek/postadres
Hoendiep 335
9744 TD Groningen
molenaar
Anja Hoogduin
telefoon
0596-533523
e-mail

website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

Uitsluitend op afspraak; de molen is niet zonder meer toegankelijk omdat er geen recht van overpad is voor derden.

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van De Zuidwendinger via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Houten achtkant, gedekt met riet, met stenen veldmuren
kap
Gedekt met riet
inrichting

Vijzel

versieringen

Zeer eenvoudige baard, wit geverfd met rode bies, zonder opschrift.

Op de windpeluw is een bord aangebracht met het opschrift 'Zuidwendinger'.

In het rietdek is het jaartal '1819' aangebracht.

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Neutenkruiwerk. Kruilier.
vlucht
17,90 m.
vang
Vlaamse vang; 5 vaste stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Pal.
overbrenging

Bovenwiel 55 kammen
Bovenbonkelaar 30 kammen
Onderbonkelaar 30 kammen
Vijzelwiel 35 kammen
Overbrengingsverhouding 1 : 1,57

hoogte
wiekvorm
Zelfzwichting met Oud-Hollandse voorzomen op beide roeden
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 246, Bremer/Dunning
Bremer/Dunning
✉︎ 246 binnen 1990 1990 binnen aanw. 17,90
media-bestand
Roede 247, Bremer/Dunning
Bremer/Dunning
✉︎ 247 buiten 1990 1990 buiten aanw. 17,90
wiekverbeteringen

Deze molen heeft (in ieder geval vanaf 1933) zelfzwichting gehad en daarbij kwam in 1948 op de buitenroede een stroomlijnneus. 
Rond 1980 was door langdurig verval vrijwel alles verdwenen. Bij de grote restauratie van 1987 kreeg de molen opnieuw zelfzwichting, nu met op beide roeden Oud-Hollandse voorzomen.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
media-bestand
As 41, Koning
Koning
✉︎ 41 1899 1899 aanw.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Bemalen van de polder De Zuidwending, thans op vrijwillige basis

molenmaker
L.B. Woldring, B.E. en J.E. Sonius (1819) Fa. Dunning, Adorp (1990/9187)
omwentelingen
eigendomshistorie

De Stichting Groninger Poldermolens is eigenaar sinds 1-01-2016, daarvoor was dit de Molenstichting Westerkwartier.

geschiedenis

Voor de afwatering van de Nieuwe Polder ter grootte van ca. 189 bunder werd in 1819 de Zuidwendinger Watermolen aan het kanaal de Zuidwending opgericht. Dit was eigendom van het collectief Polder De Zuidwending. Daarvoor moest Rudolf Sinninghe een aantal percelen van zijn land afstaan. Het betrof de percelen D113-117, groot 0/57/02: op perceel D114 stond de poldermolen, op perceel D116 bevond zich de molenaarswoning en het erf. Watermolenaar werd Hendrik Koenes van der Veen.
Hendrik Koenes van der Veen was landbouwer te Hoogkerk, geboren te Midwolde en overleden op 8 december 1846 te Hoogkerk. Hij trouwde op 59 jarige leeftijd op 31 mei 1838 te Hoogkerk met de 35-jarige Jantje Ites Tornga, van Roderwolde, dochter van Ite Sijbrands Tornga, lb, en Marchien Pieters Scholtens, lbster.
Molenmakers waren L.B. Woldring en B.E. Sonius uit Groningen en J.E. Sonius uit Hoogezand, zij klaarden deze klus voor ƒ 3110,--.
Het water werd opgemalen uit de polder door een houten vijzel en liep door de gemetselde waterloop de Zuidwending in. De middellijn van de vijzel was 1,17 meter. Het water kan tot M. 0.15 -7- W.P. (Winschoterpeil) opgevoerd en afgemalen worden tot op M. 1.89 -r- W.P.

In 1899 werd de houten bovenas vervangen door een gietijzeren exemplaar, gegoten bij H.J. Koning te Foxham. Volgens het kadaster heeft Hendrik Cazemier omstreeks 1934 op ongeveer 200 meter afstand van de molen een nieuwe boerderij laten bouwen. Het gezin verliet daarna de molenaarswoning en betrok de boerderij (terwijl Cazemier de molenaar bleef). In april 1960 heeft de familie Leistra de boerderij gekocht van de familie Cazemier.

In 1948 kreeg de molen een nieuwe door Bremer gestroomlijnde buitenroede. In 1954 zijn zowel de molen als de molenaarswoning geschilderd. Inmiddels was Cazenier als molenaar vervangen door Van der Dong. Toen werd vastgesteld dat de slaapkamervloer in de molenaarswoning rot was, werd besloten ook een timmerman naar de molenaarswoning te sturen. Van der Dong moest het polderbestuur echter beloven, de timmerman bij te staan, om de kosten zo laag mogelijk te houden!

Op 7 januari 1956 deed men een aanvraag bij machinefabriek Spaans in Hoofddorp voor het leveren en plaatsen van een nieuwe stalen vijzel. In 1957 werden de authentieke bakstenen gemetselde waterloop en vijzelbak vervangen door modern gewapend betonwerk. De vijzelbak werd ongeveer 50 cm. verdiept zodat de nieuwe vijzel meer water omhoog kon malen. De houten wachtdeur werd vervangen door een nieuw stalen exemplaar buiten de molen. 

In 1960 is een 12 pk motor voor de aandrijving van de vijzel aangeschaft en geplaatst.
Hierna werd niet meer op windkracht gemalen. De molenaar, inmiddels was dat Klaas Pit, bleef nog wel in dienst van het waterschap en woonde ook bij de molen.

In 1984 heeft de familie F. Leistra de percelen die bij de molen en de molenaarswoning behoorden opgekocht voor ƒ 1.500,--  van toenmalig eigenaar waterschap Westerkwartier.
Het restant van de molen én de grond waar de molen op staat werden niet verkocht: de stichting de Groninger Molenvrienden heeft vervolgens in overleg met waterschap Westerkwartier maatregelen genomen om de molen te behouden: molenmaker Medendorp streek de roeden en de molen zelf werd dichtgetimmerd om verder verval zoveel mogelijk te voorkomen. Dat was hard nodig want de molen verkeerde intussen in buitengewoon slechte staat: wiekenkruis en staart vrijwel verdwenen en grote gaten in de romp.

Een grote restauratie vanaf 1987 kostte in totaal ƒ 218.000,--. Het bedrag werd aangevuld door de gemeente Groningen met ƒ 50.000,-- en de eigenaar, de toenmalige stichting de Groninger Molenvrienden, met ƒ 18.000,--.
De molen kreeg een nieuwe kap, roeden en staart. Delen van het achtkant werden grondig gerepareerd en daarna van nieuw riet voorzien. Op 26 april 1991 volgde de officiële opening. 

In 2007 kreeg de molen nieuwe kruipalen van azobé. In 2011 is de molen geheel geschilderd en voorzien van nieuwe aluminium kleppen.

Molenaars van deze molen
:
Hendrik Koenes van der Veen 1819 - 1826
Teke Jans Huizinga 1826 - 1870
Jan Huizinga 1870 - 1883
Louwe ter Veen 1883 - 1934
Hendrik Cazemier 1934 - 1940
Wilhelm C. van der Dong 1940 - 1956
Klaas Pit 1956 - 1970 (molen stilstaand vanaf 1960)

De in 1960 geplaatste motor werkte aldus: aan de stalen vijzel zit een gietijzeren kettingwiel dat via een stevige ketting door de motor aangedreven wordt. Alles is inmiddels geautomatiseerd, wat inhoudt dat de molen nooit zomaar op windkracht de vijzel aan kan drijven: daarvoor moet de molenaar eerst de nodige extra handelingen verrichten. 
In 2024 zijn motor, aandrijfwiel en -ketting vernieuwd, de onderbonkelaar werd grondig hersteld. De vijzel kan nog altijd naar keuze op wind- of elektrische kracht worden aangedreven.

Waarschijnlijk is het molenerf al voor 1933 afgegraven opdat er, om meer rendement uit de wind te halen, langere roeden gestoken konden worden. De hoge 'drempel' bij de deuren is dus al erg lang het geval.
Jammer dat bij de restauratie in 1991 dan feitelijk te korte roeden aangebracht zijn. De molen heeft hierdoor ook meer wind dan gemiddeld nodig om goed te kunnen malen.

Nog twee details: de bediening van de zwichtstang bevindt zich, vanwege de tamelijk geringe ruimte binnen, deels buiten de kap. Verder is de wachtdeur als valschot uitgevoerd: deze scharniert horizontaal waarbij de draaipunten opvallend hoog zijn aangebracht.

aanvullingen

toelichting naam

Deze molen heet naar de polder die hij kan bemalen. Gewoon "De Zuidwendinger" en niet "de Zuidwendinger molen".

foto's

foto's