Het water van de molen werd uitgeslagen op een boezemvaart, en door deze door een gedeelte van de polder heen, en tussen de Zuider- en de Midden-Rekerpolder door, afgevoerd naar het Noordhollands Kanaal.
In 1906 werd de molen als laatste Noord-Hollandse molen vervijzeld.
Na het buiten bedrijf stellen van de molen geschiedde de bemaling verder door het gemaal van de Oudburgerpolder.
Bronnen:
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- NH Molenboek 1981.
MHO
De molen is verdwenen 15 juli 1949 door blikseminslag 's middags om vijf uur. Pas na 40 minuten was de brandweer ter plaatse (ze liepen vast op de smalle polderwegen op de menigte die op het schouwspel afkwam). Na 10 minuten blussen bleek de strijd hopeloos. De commandant besloot zijn manschappen terug te trekken vanwege instortingsgevaar. Om precies zes uur zakte de molen in elkaar. Er restte slechts een hoopje puin waaruit een paar wieken omhoog staken.
Eric Zwijnenberg, 19 mei 2007.
16-07-1949, Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad
Bliksem vernielt een oude molen
Door blikseminslag is Vrijdagmiddag de zeventiende-eeuwse molen in Zuurvenspolder te Bergen (N.H.) afgebrand. De onbewoonde molen behoorde tot de historische monumenten en staat beschreven in Rein Valkhoffs werk „De Wolkenkrabber".
De melkknecht G. Modder, die in een nabijstaande schuur stond te schuilen, ontdekte de brand. Hij waarschuwde onmiddellijk de brandweer, die tien minuten later arriveerde. Met drie stralen werd het vuur aangetast, maar het was reeds te laat. De molen brandde tot op de grond toe af. Na twintig minuten stortte de gehele molen Ineen.
Molen van de Zuurvenspolder
Jan Kuijper (????-1762)
watermolenaar van de Zuurvenspoldermolen te Bergen NH
Pieter Jansze Mosch (????-1783)
watermolenaar (Zuurvens poldermolen)