Molen Te Goeder Trouw, Swolgen

Swolgen, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Te Goeder Trouw
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00225
oude dbnr.
V1261
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 00225 Te Goeder Trouw (Swolgen)
Foto:n.n.

locatie

plaats
Swolgen
plaatsaanduiding
Molenstraat nabij een kerk
gemeente
Horst aan de Maas, Limburg
streek
Noord-Limburg
geo positie
X: 205510, Y: 389571
N: 51.49290, O: 6.11452

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
25 m
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Fransen ✉︎ g.n. binnen 1907 1907? binnen 1944 25,00
Fransen ✉︎ g.n. buiten 1907 1907? buiten 1944 25,00
over de wieken

de windborden waren in rood-wit-blauw geschilderd

afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
door oorlogsgeweld
afkomstig van
geschiedenis

Gerards Aerts was in Noord-Limburg in het begin van de 19e eeuw actief in het bouwen van windmolens.
Hij was pachter van de hofstede en de oliemolen van Elshout in Meerlo.

Eerst bouwde hij een windmolen te Oirlo en vervolgens in 1830 een te Swolgen.
De molen van Oirlo werd een stenen korenmolen,
die van Swolgen een houten achtkant op een gemetselde onderbouw die als graan- en pelmolen werd ingericht.
Aerts bezat in het begin van de 19e eeuw ook een windmolen in Mook.
Deze molen was eveneens een graan- en pelmolen, die waarschijnlijk in de buurtschap Bisselt stond.
In 1827 vroeg hij aan het provinciaal bestuur toestemming om deze molen naar Sevenum te verplaatsen. In plaats van in Sevenum werd de molen in Swolgen aan het Kerkveld bij de weg naar Tienray opgericht.
Swolgen telde in die tijd 58 huizen en lag aan de noordelijke rand van de uitgestrekte Tienrayderheide met vele zandbergen.
Het nabij gelegen Tienray was iets groter en telde 68 huizen.
Daar lag op de (Grote) Molenbeek een watermolen die omstreeks die tijd in slechte staat verkeerde en werd stilgelegd.
De nieuwe windmolen van Swolgen kon daardoor voor tenminste twee dorpen malen.
Na de bouw zou de molen de gehele eeuw in bezit van de familie Aerts blijven.
Bij deling van de nalatenschap in 1851 werd de molen toegewezen aan Hendrik Aerts, koopman en molenaar in Swolgen; mede-eigenaar werd Gerardus Franciscus Aerts te Venray.
Verder bezaten zij te Swolgen nog het molenaarshuis en een smederij.
In 1879 werd bij deling Augustinus Aerts eigenaar.
Hij was toen reeds molenaar op de molen en had blijkbaar zo'n druk gemaal, dat hij naast de windmolen in 1885 een stoommolen liet bouwen.
De vierkante schoorsteen van de stoomketel heeft nog lang na het vervangen van de stoommachine door een dieselmotor op het erf gestaan.
In 1930 werd hij omvergetrokken.
Eveneens door boedelscheiding kwamen de windmolen en de stoommolen in 1902 in bezit van Herman of Herman Hubert Aerts landbouwer in Broekhuizen en voor 1/3 deel in handen van zijn broer Johan Hendrik Hubert Aerts, eveneens landbouwer in Broekhuizen.
In hetzelfde jaar werden de molens met huis en aanhorigheden bij openbare verkoop toegewezen aan de Gebr. Albert en Franciscus Josephus Hubert Geurts, beide landbouwers in Swolgen die ieder voor de helft eigenaar werden.
De molen werd bemalen door Hendrik Geurts, die na boedelscheiding in 1915 eigenaar werd. Hij bleef tot 1924 op de molen en verkocht hem toen aan Antoon of Antonius Wilhelmus Gerrits, molenaar in Vortum (N.B.), die zich in de Nieuwe Venlosche Courant van 7 april 1924 als nieuwe molenaar door middel van een advertentie presenteerde.

De windmolen, die een gevlucht had van ruim 25 m, was een fraai getailleerd achtkant waarop het bovenste deel van de gemetselde onderbouw schuin aansloot.
Ook de kap had een fraai model en de staart was zwaar uitgevoerd.
Romp en kap waren gedekt met geteerd asfaltpapier, dat in een regelmatig patroon was aangebracht. Onder de kap lag een Engels kruiwerk.
De molen had een houten as met een ijzeren kop; een roede was van het fabrikaat Gebr. Fransen uit Vierlingsbeek van de andere is het fabrikaat niet bekend.
In 1943 werd het gevlucht gestroomlijnd volgens het systeem Van Bussel. Evenals voordien op de voorzoom werd ook op de stroomlijnneuzen van de wieken de Nederlandse driekleur in schuine banen aangebracht.
Op de steenzolder lagen een koppel 16-er Jaspersstenen uit Aarle-Rixtel en een koppel 16-er blauwe Duitse stenen.
In de voormalige stoommolen lag een Deutz-dieselmotor, die in Tweede Wereldoorlog werd vervangen door een andere dieselmotor van hetzelfde fabrikaat.
In de maalderij stonden verder een maalstoel met elevator, een reiniger en een koekenbreker.
Markant was ook het woonhuis, dat Gerrits tegen de stoommolen liet bouwen.
In het bovenlicht van de voordeur werd een atbeelding van de molen in glas en lood aangebracht. Oorspronkelijk stond het molenaarshuis aan de overzijde van de weg.
Dit huis werd afgebroken en Hendrik Geurts, de oud-molenaar, vertrok naar Canada.

Op 28 oktober 1944 werd de windmolen, die door Gerrits "Te Goeder Trouw" was gedoopt, door de terugtrekkende Duitsers in brand gestoken.
Op die dag werden grote razzia's gehouden en iedere man hield zich verborgen. Vanuit zijn schuilplaats zag Antoon Gerrits kort na een uur de molen in vlammen opgaan.
Brandend viel later het gevlucht op een pakhuis, dat bij de molen stond en eveneens geheel afbrandde. De maalderij en het woonhuis bleven gespaard.
Op de plaats waar de molen heeft gestaan, werd in 1947 een nieuwe maalderij gebouwd met een ijzeren Jaspers-maalstoel en een koppel 15-er stenen dat elektrisch werd aangedreven. De oude maalinrichting met de dieselmotor werd verkocht .
Kort daarna werd het bedrijf door de Boerenbond overgenomen, die in Swolgen een pakhuis met maalderij exploiteerde. Daardoor kwam een einde aan een langdurige concurrentiestrijd. De gebouwen werden tenslotte in 1949 aan Gerard Hubert Cox, landbouwer en houtkoopman in Swolgen verkocht.
De familie Gerrits richtte in het Brabantse Peeldorp De Rips een nieuw bedrijf op, dat later zou uitgroeien tot een grote veevoederfabriek.

Bron: onbekend.

nog waarneembaar

aanvullingen

trivia

De korenmolen van Swolgen van omstreeks 1910. Oorspronkelijk in 1778 op de Biesselt gebouwd. De molen werd omstreeks 1824 door Gerard A(e)rts aangekocht. Hij bracht de molen over naar Swolgen en bouwde hem in 1833 daar op.

De man op de foto is Albert Geurts, eigenaar van de molen, gehuwd met Antonetta A(e)rts, kleindochter van Gerard A(e)rts.
Albert Geurts bezat naast de molen nog een boerderij en een dorpswinkel, waar hij o. a. prentbriefkaarten betreffende Swolgen, die hij voor eigen rekening liet vervaardigen, verkocht.
Peter Pouwels.