Molen No.2, Aarlanderveen

Aarlanderveen, Zuid-Holland
b

korte karakteristiek

naam
Molen No.2
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Bemalen van de Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen (2e trap)

adres
Achtermiddenweg 2
2445 AA Aarlanderveen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00051
oude dbnr.
B940
Meest recente aanpassing
| Roede(n)
media-bestand
Molen 00051 Molen No.2 (Aarlanderveen)
Frank Hendriks (26-11-2017)

locatie

plaats
Aarlanderveen
gemeente
Alphen aan den Rijn, Zuid-Holland
kadastrale aanduiding
Gemeente Aarlanderveen, sectie A, nr. 2994
geo positie
X: 109453, Y: 460065
N: 52.12692, O: 4.72206
biotoopwaarde
5 (goed)
landschappelijke waarde
Bijzonder groot; geheel vrij in de wind en het zicht gelegen

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Grenen achtkant, gedekt met riet, op gemetselde veldmuren van ca. 2,00m.
kap
Gedekt met riet
inrichting

IJzeren scheprad in de molen, Ø 6,12 m.; breedte 0,49 m.
Woning in de molen.

versieringen

Aardige baard, donkergroen geverfd, aan de onderzijde geschulpt en wit afgebiesd, met het opschrift 'ANNO 1869'.

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Rollenkruiwerk; 48 houten rollen. Kruirad.
vlucht
27,00 / 27,15 m.
vang
Vlaamse vang; 4 scharnierende stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Kneppel.
overbrenging

Bovenwiel 65 kammen
Bovenschijfloop 36 staven, steek 13,0 cm.
Onderschijfloop 23 staven
Onderwiel 95 kammen, steek 16,0 cm.
Overbrengingsverhouding 2,29 : 1

hoogte
wiekvorm
Systeem Fauël met steekborden op beide roeden
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Vaags ✉︎ 557 binnen 2023 2024 binnen aanw. 27,00
Vaags ✉︎ 556 buiten 2023 2024 buiten aanw. 27,16
Derckx ✉︎ 631 buiten 1989 1989 buiten 2024 27,15
Derckx ✉︎ 416 binnen 1981 1981 binnen 2024 27,00
Pot ✉︎ 1881 buiten 1900 buiten 1989 27,00
Pot ✉︎ 1798 binnen 1898 binnen 1981 27,00
wiekverbeteringen

Vanaf 1936 was deze molen uitgerust met het systeem Dekker.
In 1966 werd gekozen voor het systeem Fauël (fokwieken) op beide roeden. Aanvankelijk waren dit vaste fokken, maar in de jaren '90 zijn, toen de fokken moesten worden vernieuwd, tevens steekborden aangebracht.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Enthoven & Co, L.I. ✉︎ 518 1868 1869 aanw. 04,50
wateras
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Enthoven & Co, L.I. ✉︎ 519 1868 1869 aanw.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Bemalen van de Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen (2e trap)

molenmaker
B. de Vries, Wilnis (bestek); W.F. Looman Jr., Deventer (molenmakerswerk, 1869)
omwentelingen
eigendomshistorie

De Stichting Molenviergang Aarlanderveen is eigenaar sinds 1963, daarvoor was dat steeds de Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen.

geschiedenis

Deze molen bemaalt als middenmolen de Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen (ca. 450 ha.; opvoerhoogte 1,40 m.).

De oorspronkelijke molen op deze plaats werd in 1786 gebouwd en verbrandde op 28 oktober 1868. Het was in die regio die dag bepaald noodweer: de molens 2 en 4 van de Heuvelgang van de Vierambachtspolder gingen ook in vlammen op, evenals ettelijke boerderijen in de omgeving van Alfen (de gemeente Alphen aan den Rijn bestond toen nog niet in die vorm).

In juli 1868, dus net vóór deze grote brand, was in de polder al discussie ontstaan of het niet beter was, de molens 2 en 3 te vervijzelen en om die reden molen Nr. 1 te laten vervallen. De discussie werd heftig toen de molen eenmaal verbrand was, maar de kosten om Nr. 1 op de fundamenten van Nr. 2 te plaatsen en direct te vervijzelen, werden te hoog geacht en de plannen gingen niet door. 
Al op 14 november 1868 vond de aanbesteding van de nieuwe molen plaats. De opdracht ging naar Willem Frederik Looman Jr., afkomstig uit Deventer. Deze schreef niet als laagste in, dat deed de molenmaker in vaste dienst, Gerrit Biemond. Maar bij het daarna volgende opbod mijnde Looman als eerste en kreeg de opdracht. Waterschapsdeskundige B. de Vries uit Wilnis werd 'opperzigter' en Gerrit Biemond kreeg de taak van opzichter. 
Juist omdat Looman uit een geheel andere regio afkomstig was, wijkt de constructie duidelijk af van de gebruikelijke molenbouwstijl in Rijnland: het meest karakteristiek zijn de ronde bogen boven beide toegangsdeuren; binnen vallen de vrij korte veldkruisen, die meer doen denken aan een korenmolen, op. Het metselwerk van de onderbouw werd hersteld door de plaatselijke metselaar Teunis Heemskerk. Op 1 mei 1869 leverde Looman de molen op. De totale kosten voor de herbouw bedroegen ƒ 13.988,75. Overigens was Gerrit Biemond hier niet alleen maar opzichter: hij deed ook de gehele aftimmering. 

De herbouwde molen heeft de polder daarna jaren probleemloos gediend. Pas in de loop van de 20ste eeuw werd duidelijk, dat er iets niet goed ging: de molen zakte langzaam maar onmiskenbaar weg. In 1963, voordat de molens van de viergang aan de nieuwe stichting werden overgedragen, werd het houten achtkant op kosten van de polder op de scheve onderbouw 'rechtgezet', door er een wigvormig stuk metselwerk tussen te plaatsen. Aldus stond het bovenachtkant 'recht' op scheefstaande veldmuren.

Deze maatregel had onvoldoende effect: de molen bleef wegzakken en er moest, wilde deze molengang in bedrijf kunnen blijven, worden ingegrepen. In 1974/1975 zette de firma C.J. Smit en Zonen uit Gouda de molen recht. Pas tijdens de werkzaamheden bleek de werkelijke oorzaak van het verzakken: vrijwel alle originele funderingspalen stonden scheef en waren meest ook gebroken! Een andere conclusie was dat de molen sinds 1786 minstens een meter ten opzichte van zijn oorspronkelijke plaats moet zijn verschoven en ook begreep men, waarom het in 1956 niet nodig werd bevonden, het scheprad van deze molen te verdiepen: dat scheprad had zichzelf met molen en al verdiept! 
De rechtzetting van 1974/75 was, met een bedrag van ƒ 475.000,--, toentertijd één van de duurste molenrestauraties aller tijden. Na de succesvolle afronding was er vrijwel niets van te zien, behalve dat de molen niet meer scheef stond! Uiteraard werd het uit 1963 daterende wigvormige stuk metselwerk weer verwijderd.

Daarna volgden bijna 20 jaar zonder problemen op molentechnisch gebied. Maar in februari 1995 brak de boezemkade tussen molen nr. 2 en nr. 3, dit als gevolg van een doorweekte en daardoor verzwakte kade en een te hoog boezempeil. Het gevolg was een grote ravage; de molens 1, 2 en 3 konden een flinke tijd niet malen. Eén en ander betekende een fikse schadepost voor waterschap De Oude Rijnstromen, al was dit in betrekkelijk korte tijd hersteld. 

In 1998 werd de kap gedeeltelijk vernieuwd. In 2010 werd ook groot herstel uitgevoerd: zes velden riet op de romp, nieuwe voering rond het bovenwiel, lange schoren, kruirad en een geheel nieuw onderwiel.
In 2016 heeft men het zomerhuis, dat als gevolg van alle verzakkingen en werkzaamheden rond 1974 min of meer was opgegeven en niet veel later afgebroken, herbouwd. 

Begin 2022 was deze molen dan, na de eerdere restauratie van de bovenmolen, aan de beurt voor een zeer grondige ingreep waardoor hij ook geruime tijd niet maalvaardig zou zijn. De tafelementsdelen moest men vervangen met de kap erop,  voeghoutkoppen aangieten en twee velden nieuw riet. De achterwaterloop werd drooggezet, nieuwe beschoeiingen bij de achterwaterloop en herstel van het metselwerk in de waterloop en bij de opleider. Verder is het bovenste stuk metselwerk van de voorwaterloop hersteld. De schepradruimte kreeg een nieuwe aftimmering en herstel werd uitgevoerd aan het houtwerk van het achtkant daar. Hiervoor moest het scheprad worden gedemonteerd.
In oktober 2022 kon de molen proefmalen. 

Molenaars op deze molen:
Cornelis van Schaik (was al molenaar op de voorganger sinds 1831; overlijdt 10-05-1876)
Aart Uithol, schoonzoon van Van Schaik (1876 - ca. 1898)
Cornelis Uithol (ca. 1898 - 1908)
Willem Sebastiaan Verheul (1908 - 1922)
Jan van Tol (1927 - 1929)
Floris van Tol (1929 - 1933)
Arie van den Bosch (1933 - 1943)
Dirk van Harten (1943 - 1950, vertrok naar Nr. 1)
Lambert van Wijk (1950)
Jan Verschoor (1951 - 1953)
Kees Borst (1953 - 1954, vertrok naar de Geremolen te Hazerswoude)
Willem Borst (1954 - 1955, vertrok naar de Nieuw Leven te Wogmeer NH)
Gerrit van der Meer (1955 - 1972, was eerder molenaar op Nr. 1)
Kees L. Borst (1972 - 1996, neef van eerder genoemde Kees en Willem Borst)
Frans Verra (1996 - 2015)
John Jansen (2015 - 2016)
Jannick Schouten (2016 -      )

 

aanvullingen

toelichting naam

De molen wordt, ter onderscheiding van zijn buurmolens, aangeduid met een cijfer.

bouwbestek

HHR Rijnland, Archief Drooggemaakte Polder aan de Westzijde van Aarlanderveen, inv.nr. 250.

trivia

Deze molen stond op een zeker moment zó scheef dat, als de molenaar met zijn gezin aan de soep zat, de ene helft van een bord al leeg was en de andere helft nog vol! Naar verluidt loste de molenaar dit op door aan een kant de tafelpoten deels af te zagen....

foto's

foto's