Molen Berkmeermolen, Obdam

Obdam, Noord-Holland
b

korte karakteristiek

naam
Berkmeermolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
herbouwd
1941
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Bemalen van de polder Berkmeer, thans op vrijwillige basis

adres
Berkmeerdijk 18
1713 KX Obdam
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00781
oude dbnr.
B686
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 00781 Berkmeermolen (Obdam)
Jordie Nannes (25-2-2023)
De molen maalt weer met zijn gerestaureerde roeden.

locatie

plaats
Obdam
gemeente
Koggenland , Noord-Holland
kadastrale aanduiding
Gemeente Obdam, sectie I, nr. 103
geo positie
X: 121349, Y: 522705
N: 52.69073, O: 4.88949
biotoopwaarde
5 (goed)
landschappelijke waarde
Zeer groot

contact en bezoek

bezoek/postadres
Berkmeerdijk 18
1713 KX Obdam
molenaar
Jordie Nannes
telefoon
072-5714986
e-mail

website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

Alleen op afspraak

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van Berkmeermolen via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
Eiken achtkant, gedekt met riet, op lage voet. De onderste ca. 2 meter gedekt met geverfde gepotdekselde delen.
kap
Gedekt met riet
inrichting

Stalen vijzel, Ø 1,80 m. met licht en zwaar werk.
Woning in de molen.

versieringen

Eenvoudige baard, donkergroen geverfd, met het opschrift '1635'.
N.B. Dit slaat op de droogmaking van de polder en niet op een bouwjaar van de molen.

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Rollenkruiwerk; 62 houten en stalen rollen om en om. Binnenkruirad.
vlucht
24,90 m.
vang
Vlaamse vang; 5 vaste stukken. Vangbalk met klos; vangstok. Pal.
overbrenging

Bovenwiel 55 kammen
Bovenbonkelaar 25 kammen, steek 15,0 cm.
Onderbonkelaar 24 / 31 kammen
Vijzelwiel 33 kammen, steek 16,7 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 1,60 (licht werk) en 1: 2,07 (zwaar werk)

hoogte
wiekvorm
Systeem Fauël met automatische (en deels uitneembare) remkleppen op beide roeden.
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 1818, Pot
Pot
✉︎ 1818 buiten 1900 1941 buiten aanw. 25,00
media-bestand
Roede 1871, Pot
Pot
✉︎ 1871 binnen 1900 1941 binnen aanw. 25,00
wiekverbeteringen

Vanaf de rehabilitatie in 1941 had deze molen op beide roeden het systeem Dekker. In 1966 is dat gewijzigd in het systeem Fauël (fokwieken).
In een latere fase zijn deze voorzien van steekborden en handbedienbare remkleppen. Na het grote herstel van beide roeden (2021/22) hebben de fokken automatische remkleppen; nog altijd kunnen de borden deels worden uitgenomen.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
De Prins van Oranje ✉︎ 984 1875 aanw.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
In 1803 zette men op deze plaats een molen neer die in 1608 elders was gebouwd.
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Bemalen van de polder Berkmeer, thans op vrijwillige basis

omwentelingen
geschiedenis

De Berkmeermolen is een achtkante binnenkruier die dateert van omstreeks 1608. In 1803 werd de molen verplaatst naar zijn huidige locatie
Hij bemaalt daar de 225 ha. grote polder De Berkmeer op de Vereenigde Raaksmaats- en Niedorperkoggeboezem.

Al in 1609 was het plan opgevat om het in open verbinding met de Heerhugowaard staande Berkmeer droog te maken. Alvorens dit echter plaats zou vinden werd al eerder de Heerhugowaard bedijkt en drooggemaakt, krachtens octrooi van maart 1625, waardoor de bedijking en droogmaking van het Berkmeer eenvoudiger was geworden.
Voor deze laatste onderneming werden in de loop der tijd twee octrooien verleend. Het ene op 14 december 1626 aan Reinoud van Brederode als Heer van Veenhuizen en Spanbroek. Het andere op 21 maart 1633 aan Johan van Mathenes, Heer van Mathenes, Riviere, Opmeer, Souteveen etc. en de voogden van de kinderen van wijlen de Heer van Obdam, onder welke genoemde heerlijkheden het meer zich uitstrekte. In 1635 was de ca 255 ha grote polder al droog en kon de grond worden opgemeten en verkaveld.
Tot 1725 vond de bemaling plaats door middel van een gang van drie wipmolens met scheprad. In dat jaar werd de bovenmolen omgebouwd tot vijzelmolen en werd naar deze molen een nieuwe aanvoertocht gegraven. De onder- en middelmolen werden in 1726 of 1727 voor afbraak verkocht.

In of kort voor 1740 is de vijzelmolen zwaar beschadigd of zelfs omgewaaid, hetgeen in november 1802 nogmaals gebeurde. Op de plaats van de wip-vijzelmolen werd in 1803 de huidige molen gebouwd. Deze was afkomstig uit de polder De Wogmeer bij Hensbroek en was vermoedelijk een door vervijzeling overcompleet geworden schepradmolen uit omstreeks 1608.
In 1877 werd naast de molen een hulpstoomgemaal gebouwd bestaande uit een locomobiel met centrifugaalpomp. Die stoominstallatie werd in 1925 vervangen door motoraandrijving en dat betekende het voorlopige einde van de windbemaling want het wiekenkruis, dat toen nog houten roeden had, werd toen verwijderd.

In het oorlogsjaar 1941 besloot men evenwel de windmolen in ere te herstellen: deze werd met derdehands roeden maalvaardig gemaakt en fungeerde vervolgens zelfs als hoofdgemaal. Dit laatste duurde tot 1990, sindsdien maalt de molen regelmatig op vrijwillige basis.

Eind juli 2021 begon men met een flinke opknapbeurt: om te beginnen zijn beide oude Potroeden gestreken om elders grondig te worden hersteld. Op 18 november 2022 zijn zij opnieuw gestoken en in februari 2023 was de molen weer geheel maalvaardig.

Constructie

Het eiken achtkant is in het verleden al eens verstijfd met een extra veldkruis in vier velden. Veldkruisen, boventafelementen, rolvloer, kuip en kap lijken al eens vernieuwd, vermoedelijk bij de herbouw in 1803.
De oude telmerken en het totaalbeeld dat de molen biedt, geven aan dat de bouw in het begin van de 17de eeuw moet hebben plaatsgevonden.
Dat het ooit een schepradmolen is geweest kan onder andere worden gezien aan de beide naast elkaar gelegen aangelaste achtkantstijlen op de noordoostkant. De lassen moeten al vóór 1803 in de Wogmeer zijn aangebracht.
Het wiekenkruis bestaat uit twee ijzeren roeden, indertijd gemaakt voor molens van de Schermer. Nadien zijn ze gestoken in Strijkmolen L te Rustenburg. Daar werden zij, na de buitenbedrijfstelling in 1941, gestreken om vervolgens in de toen wiekloze Berkmeermolen aangebracht. Zij moesten daar worden verlengd (en kwamen zo weer op hun oorspronkelijke lengte!) en werden meteen voorzien van Dekkerwieken. Bij de restauratie in 1965-1966 zijn de Dekkerwieken vervangen door fokken.
De molen is uitgerust met een houten vijzel, die door middel van licht en zwaar werk. De overgang van licht naar zwaar en omgekeerd kan hier niet anders plaatsvinden dan door de spil te lichten middels een op de eerste zolder opgestelde dommekracht en hefboom. De eenvoud of onvolmaaktheid van dit systeem maakt het aannemelijk dat deze vinding hier voor het eerst is toegepast, vermoedelijk in of omstreeks 1887. Door een wijziging van het interieur van de molen is het echter niet meer mogelijk, de molen in het 'lichte' werk te zetten: de molen kan dus óf zonder vijzel óf met de vijzel in het zware werk draaien.

Opmerkelijk is dat het Engelse kruiwerk, dat hier in 1952 werd aangebracht, in 1992 weer werd vervangen door gewone rollen. Het Engels kruiwerk voldeed namelijk niet: de rollen kantelden en liepen vast. Bij die gelegenheid zijn ook enige tafelementstukken vervangen.

aanvullingen

toelichting naam

Deze molen wordt vernoemd naar de polder die hij kan bemalen.

foto's

foto's