- naam
- Jan van Cuyk
- modeltype
- Ronde molen, beltmolen
- functie
- korenmolen
- bouwjaar
- bedrijfsvaardigheid
- Maalvaardig
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 01617
- oude dbnr.
- B508
- Meest recente aanpassing
- | Streek
Molen Jan van Cuyk, Sint Agatha
Sint Agatha, Noord-Brabant
b
locatie
- plaats
-
Sint Agatha
- gemeente
- Land van Cuijk, Noord-Brabant
- streek
- Land van Cuijk
- kadastrale aanduiding
- Gemeente Cuijk, sectie C, nr. 5232
- geo positie
-
X: 189719, Y: 414786N: 51.72074, O: 5.88966
- biotoopwaarde
- 3 (matig)
- landschappelijke waarde
- Groot
contact en bezoek
- bezoek/postadres
-
Cuijk - molenaar
- Stefan Willems
- telefoon
- 0485-318028
-
info@molenjanvancuijk.nl
- website
- www.molenjanvancuijk.nl
- social media
- open voor publiek
- ja
- open op zaterdag
- ja
- open op zondag
- nee
- op afspraak
- ja
- openingstijden
Zaterdag 9.30 - 13.00 uur en op afspraak
- toegangsprijzen
- winkelinformatie
- meelverkoop
- ja
- museuminformatie
- gericht op scholen
- nee
- bijzonderheden
- fietsroute
- fietsroute in de buurt van Jan van Cuyk via fietsnetwerk.nl
constructie
- modeltype
- Ronde molen, beltmolen
- krachtbron
- wind
- functie
- romp
- Ronde stenen molen, geheel gewit; belt in 1942 voor de helft afgegraven en vervangen door een pakhuis.
- kap
- Gedekt met dakleer
- inrichting
Eén koppel 16der kunststenen (vh. gatenstenen); sleepluiwerk; steenkraan
- versieringen
Eenvoudige baard met het opschrift '1860'.
- plaats bediening
- beltmolen
- bediening kruiwerk
- buitenkruier
- plaats kruiwerk
- bovenkruier
- kruiwerk
- Engels; 43 ijzeren rollen. Kruilier.
- vlucht
- 23,00 m.
- vang
- Vlaamse vang; 5 vaste stukken. Vangbalk met haak; vangtrommel.
- overbrenging
Bovenwiel 65 kammen
Bovenbonkelaar 34 kammen
Spoorwiel 90 kammen
Steenschijfloop 29 staven
Overbrengingsverhouding 1 : 5,93- hoogte
- van de belt: 3,00 m.
- wiekvorm
- Systeem Van Bussel met neusremkleppen op beide roeden.
- wiekenkruis
-
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte Derckx 506 buiten 1985 1985 buiten 2016 23,00 Fransen g.n. buiten 1915 1915/2016 buiten 1983/aanw. 23,00 Pot 1411 binnen 1884 1884 binnen aanw. 23,00 - wiekverbeteringen
Sinds 1942 heeft deze molen op beide roeden het systeem Van Bussel, vanaf 1945 tevens met remkleppen.
- bovenas
-
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte Mercx g.n. ? aanw. 05,20
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
- monument
- 11621
- inventarisnummer
- NB015
eigendom
- eigenaar
- Gemeente Land van Cuijk
- eigendomsvorm
- Gemeente
geschiedenis
- toestand
- werkend
- bouwjaar
- bedrijfsvaardigheid
- Maalvaardig
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- Poos (1860)
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De gemeente Land van Cuijk is eigenaar sinds 1-1-2022, daarvoor was dat de per die datum opgeheven gemeente Cuijk.
- geschiedenis
-
Volgens de baard is de Jan van Cuijk in 1860 gebouwd. Lang was dit onduidelijk, maar onlangs is bewezen uit oude stukken dat Vincent, de tweede zoon van de Beerse molenaar Wilhelmus van Riet, in 1860 deze molen liet bouwen door molenmaker Poos. Vincent van Riet trouwde met Maria, de dochter van de Gasselse burgemeester Peter Poos. Deze laatste had drie kinderen, die allen iets met molens van doen hadden. Maria was getrouwd met molenaar Vincent van Riet en Gerardus was molenaar in Cuijk. Ook molenmaker Poos was een zoon van burgemeester Poos.
De Cuijkse graan- en schorsmolen ging later door gebrek aan belangstelling van de zonen van Vincent van Riet over naar zijn oudste knecht Pieter Isaak Groen, beter bekend omdat hij later burgemeester(!) werd van Cuijk. Dit moet na 1884 zijn geweest, want in dat jaar bestelde Van Riet bij de firma Pot nog een binnenroede.
Later ging de molen nog over in eigendom naar de oudste knecht van Groen, Willem van der Stappen en vervolgens naar de Mookse herbergier Gerard Willems. Het geslacht Willems zou de molen tot in de tweede wereldoorlog in bezit houden.
Sjef Kessels kon koren malen met zijn ogen dicht.
"Toen mijn grootvader Sjef Kessels in 1977, samen met Niek Wortman, begon met het geven van de opleiding tot vrijwillig molenaar in het Land van Cuijk, werd hem regelmatig gevraagd of hij de aspirant-molenaars goed kon leren koren te malen. “Je moet twee jaar lang elke dag op de molen zijn en als je het in de vingers hebt, leer je het dan wel”, was zijn antwoord.
Als molenaarskleinzoon zag ik hem dan aan de maalbak staan, in de ene hand had hij de licht, een touw waarmee hij de bovenste steen kon lichten, en met zijn andere hand voelde hij of het meel goed gemalen was. Goed malen is een hele kunst en mijn grootvader kon koren malen met zijn ogen dicht. Het gemalen meel werd opgevangen in zakken waar Kessels naam opgedrukt stond. Deze zakken mocht ik dan als jongen van 4 jaar samen met mijn vader, welke werkzaam was in het molenbedrijf, met de oude Opel Blitz wegbrengen naar de boeren in de wijde omtrek. Als ik nu, dertig jaar later, door de molen loop zie ik dit nog allemaal in mijn gedachten gebeuren. Alleen nu zonder mijn grootvader Sjef de mulder zoals hij in Cuijk genoemd werd. Ik vraag me wel eens af hoe hij het gevonden zou hebben, als hij wist dat zijn kleinzoon nu aankomend molenaar is op de Jan van Cuijk.
Het geslacht Willems zou de molen tot in de Tweede Wereldoorlog in bezit houden. Als ik mijn familiestamboom bekijk, dan moet ik opmerken dat deze generatie Willems ook voorkomt in mijn familie.
De oorlog ging aan de Jan van Cuijk niet geruisloos voorbij. In de meidagen van 1940 kwam de molen onder Duits vuur te liggen. De beschadigingen aan de molen vielen mee, maar de schuur langs de molen brandde geheel af. Na het begin van de oorlog werd de molen gerestaureerd. Hij kreeg hierbij zijn witte uiterlijk en van Bussel–stroomlijnneuzen. Het huidige pakhuis werd aangelegd en verving de belt aan de oostzijde. Op 21 november 1942 werd de molen heropend.
Op 15 juni 1943 nam mijn grootvader de Jan van Cuijk over van weduwe P. Willems - Bernards. De molen was toen vanaf 1918 in hun bezit, verkregen uit een erfenis. Sjef Kessels kocht in 1931 samen met zijn broer Martien de molen in Heijen. De beide, uit Meerlo afkomstige, molenaars bemaalden samen deze molen. Sjef Kessels had inmiddels verkering gekregen met Maria Derksen. Maria Derksen was werkzaan in het naast de molen gelegen café –restaurant, dat uitgebaat werd door de vrouw van mijn grootvaders broer Martien. Hij verliet na een boedelscheiding in 1942 de Heijense molen.
Sjef Kessels huurde in Cuijk, de pas gerestaureerde, molen van de net weduwe geworden Willems–Bernards. Dagelijks kwam hij op de fiets van Heijen naar Cuijk, totdat het tijdelijk woonhuis onder in het pakhuis gereed was. Op 15 juni 1943 nam Kessels de molen over van de weduwe Willems. Mulder Kessels had niet lang plezier van de gerestaureerde molen. Tijdens de Geallieerde operatie Market Garden wisten Amerikaanse paratroepen van het 82-parachutistenbrigade Cuijk snel te veroveren. De overzijde van de Maas bij Cuijk bleef echter in Duitse handen. Van achter de Cuijkse spoorlijn beschoot de Amerikaanse artillerie Mook onophoudelijk. Op hun beurt beschoten de Duitsers Cuijk van over de Maas. De molen, die dicht aan de Maas ligt, kreeg twee voltreffers; deze veroorzaakten twee grote gaten in de molenromp en vernietigden bijna het gehele binnenwerk. Het wiekenkruis, dat net nieuw was, en de kap bleven onbeschadigd. Wel was het een wonder dat de romp niet in elkaar zakte.
Na de oorlog is de schade snel hersteld. De stroomlijnneuzen werden nu uitgerust met remkleppen. In deze zelfde periode verhuisde het molenaarsgezin van de woning in het pakhuis naar de 100 meter zuidelijk gelegen molenaarswoning.
In 1959 worden de lasten van de molen voor mulder Kessels toch te groot. Vooral het schilderwerk wordt te duur. De gemeente weigert de sloop van deze dan nog in goede staat verkerende molen. Wel sluit zij de molen aan op het elektriciteitsnet. Zo ontstond onder in de molen een mechanische maalderij.
Op deze manier kon Kessels het redden tot 1971. Toen was het voor hem niet meer mogelijk om de molen te onderhouden en schoot de gemeente Cuijk te hulp door de, inmiddels op de monumentenlijst geplaatste, molen te kopen.
In 1977 komt vrijwillig molenaar Niek Wortman op de Jan van Cuijk. Samen met mulder Kessels verzorgt hij de opleiding voor zestien vrijwillig molenaars. Na het overlijden van mijn grootvader neemt Niek het beheer over. De tweede geslaagde vrijwilliger, Ben Verheijen, neemt in 1981 het beheer over van Niek.
Nu is wel de geschiedenis van de Jan van Cuijk nogmaals beschreven, maar over mezelf heb ik het nog niet gehad. Zoals hierboven al bleek, ben ik de kleinzoon van de laatste beroepsmulder van deze molen. Ik heb mijn hele leven al interesse gehad in molens. Dit kan ook niet anders, want het is me met de paplepel ingegoten. Ik liep in mijn jeugd bijna dagelijks op de molen rond, totdat ik naar school moest. Dikwijls was ik na schooltijd en op zaterdagen bij mijn opa op de molen.
Het was op een decemberavond toen ik weer eens bij mijn grootouders logeerde en ik mijn grootvader vroeg of ik het dikke Brabants Molenboek mocht inzien. Ik wilde namelijk een spreekbeurt voorbereiden. Dit moet op de lagere school geweest zijn toen ik in de vijfde klas zat. Hij gaf mij het boek en zei: ”Jongen doe er maar wat mee, het is voor jou.” Het was ook die avond dat mijn grootvader een noodlottig ongeval kreeg. Aan de gevolgen hiervan is hij enkele dagen later overleden. Dit voorval heeft destijds op mij zo’n diepe indruk gemaakt, dat ik al snel besloot dat ik ook molenaar wilde worden. In 1983 ben ik begonnen als leerling-molenaar op de Jan van Cuijk. Al snel ben ik gaan zwerven langs diverse molens in het Land van Cuijk. Op nationale molendag in 1984 ben ik bij Johan Reijnders op de Korenbloem in Mill terechtgekomen. Johan was immers net geslaagd en kon wel wat hulp gebruiken. Na wat afgewisseld te hebben met o.a. de Luctor et Emergo te Rijkevoort, kwamen we uiteindelijk terecht op de Heimolen in St. Hubert. Op deze molen hebben we ruim 2 jaar gedraaid.
In 1988 ben ik samen met Johan Reijnders gaan draaien op de nieuw gebouwde standerdmolen de Neije Kreiter in Volkel. De voorganger van deze molen brandde in 1983 af in een novemberstorm. Omdat de vroegere molenaar van deze molen inmiddels was overleden, zijn we via Nol Naaijkens op die molen terechtgekomen. Een geheel nieuw gebouwde standerdmolen was destijds een hele uitdaging. Ik heb hier dit ook altijd met plezier gedraaid.
Mijn opleiding heb ik destijds op een laag pitje gezet, deels omdat ik het zelf niet altijd eens was met de manier van opleiden en examineren, en deels omdat de Gemeente Uden dit ook niet verlangde.
Het geheel kreeg plots een andere wending toen ik vorig jaar met Ben Verheijen in contact kwam. Hij nodigde me uit om weer eens langs te komen op de Jan van Cuijk. En toen ik weer door de molen liep kwamen de herinneringen uit mijn jeugd weer omhoog. Molen Jan van Cuijk heeft toch een speciale plek in mijn leven. Het is immers de plek waar ik mijn jeugd doorgebracht heb. Het is de plek waar mijn grootouders ruim 35 jaar hard gewerkt hebben. Het is de plek waar mijn ouders gewoond hebben en getrouwd zijn. En als laatste is het de plek waar ik mijn vrouw Bianca heb leren kennen, zij woonde immers naast deze mooie molen. Ik kan haast niet anders zeggen dan dat de Jan van Cuijk `mijn plek` is. En gelukkig was er die plek; molenaar Ben Verheijen bood mij aan om op deze molen te komen draaien. Onlangs heb ik de draad weer opgepakt. Ik hoop in het voorjaar mijn diploma tot molenaar te behalen om zo de Jan van Cuijk nog jarenlang draaiende te kunnen houden. Verder hoop ik nog lang de bezoekers van deze molen te kunnen vertellen: "mijn grootvader Sjef Kessels kon koren malen met de ogen dicht...". "
Aldus Stefan Willems.
In 1942 is de drie meter hoge molenbelt aan de oostzijde afgegraven en vervangen door een pakhuis gebouwd volgens tekening en onder leiding van het bureau wederopbouw (architect Strik).
In het voorjaar van 2010 is de molen geheel geschilderd. Hierbij is de kleurstelling van 1942 weer toegepast. Het gatenscherpsel van het koppel maalstenen is inmiddels gewijzigd in een normaal scherpsel.
In het najaar van 2015 is de molen voorlopig stilgezet vanwege problemen met het kruiwerk, intussen bleef de molen wel gewoon open voor publiek.
Vervolgens werd duidelijk dat er meer herstel nodig was aan de kap: in maart 2016 werd deze, nadat de roeden waren gestreken, opgetakeld en naast de molen neergezet, om daar te worden gerestaureerd. Vervolgens gebeurde iets opmerkelijks inzake de roeden: besloten werd, de inmiddels zeer oude Potroede op te knappen, zodat die weer jaren mee zou kunnen maar ook de oude Fransenroede, die sinds 1984 los naast de molen bewaard werd, weer geheel in orde te maken.
Op 28 juli 2016 kreeg de molen aldus, nadat de kap was teruggeplaatst, weer twee geklonken roeden en was een oude situatie in ere hersteld.
Opmerkelijk is het bovenwiel: de plooistukken zijn overhoeks aangebracht ten opzichte van de kruisarmen.
foto's
- foto's
-
draag zelf bij
- teksten
- tekstbijdragen over deze molen insturen | Wilt u specifiek iets kwijt over een roede, as of motor, klik dan daar op het rode envelopje ✉︎ behorende bij het betreffende object.
- foto's
- foto's insturen