Molen Olinger Koloniemolen, Laskwerd

Laskwerd, Groningen
b

korte karakteristiek

naam
Olinger Koloniemolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Draaivaardig
bestemming

Bemalen van de Zuider Olingerpolder, thans op vrijwillige basis

adres
De Groeve Westzijde 26
9903 BA Appingedam
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00623
oude dbnr.
B335
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 00623 Olinger Koloniemolen (Laskwerd)
Rob Hoving (28-4-2012)

locatie

plaats
Laskwerd
gemeente
Eemsdelta, Groningen
kadastrale aanduiding
Gemeente Appingedam, sectie H, nr. 1342
geo positie
X: 252152, Y: 590953
N: 53.29639, O: 6.84461
biotoopwaarde
4 (aanvaardbaar)
landschappelijke waarde
Op zich zeer groot, maar nabijgelegen elektriciteitsmasten werken sterk verkleinend

contact en bezoek

bezoek/postadres
De Groeve Westzijde 26
9903 BA Appingedam
molenaar
Koos Uil
telefoon
e-mail

social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

Op afspraak

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van Olinger Koloniemolen via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Houten achtkant gedekt met riet, met stenen veldmuren
kap
Gedekt met riet
inrichting

Vijzel (hout)

versieringen

Zeer eenvoudige baard, wit geverfd, rood afgebiesd, met het jaartal '1900'

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Engels; kruilier met rondgaande ketting
vlucht
22,20 m.
vang
Vlaamse vang. Vangbalk met duim; vangstok. Pal.
overbrenging

Bovenwiel 62 kammen
Bovenbonkelaar 32 kammen
Onderbonkelaar 48 kammen
Vijzelwiel 43 kammen
Overbrengingsverhouding 1 : 2,16.
(N.B. de in 1972 verwijderde motorbonkelaar had 20 kammen)

hoogte
wiekvorm
Zelfzwichting met Oud-Hollandse voorzomen op beide roeden; op de buitenroede ook neusremkleppen
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Buurma ✉︎ 203 binnen 1987 1988 binnen aanw. 22,20
media-bestand
Roede 184, Buurma
Buurma
✉︎ 184 buiten 1987 1988 buiten aanw. 22,20
Bremer ✉︎ ? ? 1959 1959 ? 1988 22,50
Pot ✉︎ 2477 buiten 1921 1921 buiten 1986 22,50
wiekverbeteringen

Vóór 1933 had deze molen zelfzwichting met Oud-Hollandse voorzomen op beide roeden.
In 1933 werd dit gewijzigd toen de (nieuwe?) binnenroede het systeem Dekker kreeg, met opnieuw zelfzwichting.
Aan te nemen is dat, toen in 1959 deze molen een nieuwe roede kreeg, beide roeden toen zijn uitgerust met een Bremer-stroomlijn met neusremkleppen. De zelfzwichting bleef.
Na het vervangen van beide roeden in 1988 kreeg de molen zelfzwichting met Oud-Hollandse voorzomen, de buitenroede bovendien neusremkleppen.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Muinck Keizer, J.M. de ✉︎ 94 1901 1901? aanw.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Draaivaardig
bestemming

Bemalen van de Zuider Olingerpolder, thans op vrijwillige basis

molenmaker
J. Wiertsema Ezn. (ontwerp), J. Rietema, Farmsum (uitvoering), 1900.
omwentelingen
eigendomshistorie

De Stichting Groninger Poldermolens is eigenaar sinds 1-01-2016, daarvoor was dit de Molenstichting Fivelingo.

geschiedenis

De oude Olingerpolder werd door het graven van het Eemskanaal (1870 - 1876) in tweeën gesplitst, waardoor een Noorder- en een Zuider-Olingerpolder ontstond.

In 1900 werd deze molen nieuw gebouwd nadat de toenmalige Zuider Olingermolen was afgebrand. Die molen dateerde uit 1821 en stond elders in de polder. Molenmaker Rietema kreeg nog een premie van ƒ 500,-- vanwege de snelle oplevering van de nieuwe molen. Rietema bouwde hier een achtkant met, opmerkelijk, drie bintlagen (in plaats van de gebruikelijke twee).
In 1916 werd, voor het geval er te weinig wind was, een locomobiel bijgeplaatst; in 1959 werd een ruwoliemotor als hulpkracht geïnstalleerd maar dat ging bepaald niet ten koste van de molen: die bleef in bedrijf en kreeg toen ook nog een nieuwe (Bremer-)roede (de motor verdween in 1972 weer toen het nieuwe gemaal De Groeve in gebruik werd genomen).
In 1987/88 volgde een flinke herstelbeurt, waarbij onder meer nieuwe roeden werden gestoken.

In 2005 was deze molen vanwege defecten aan de vijzel niet meer maalvaardig te noemen; de vijzel had te weinig tasting en was ook enigszins verzakt, waardoor vooral het bovenlager verkeerd werd belast. Later openbaarden zich ook mankementen aan het gevlucht en de staart en werd besloten tot stilzetting. Vervolgens werden alle windborden eruit gehaald en de kleppen vastgezet.

Vooruitlopend op verder herstel werd in oktober 2010 het achtkant geheel opnieuw met riet gedekt en de molen voorlopig weer draaivaardig gemaakt. Inmiddels wordt er weer regelmatig gedraaid, maar malen is nog niet goed mogelijk.

aanvullingen

trivia

Molenmaker Rietema ontving in 1900 ƒ 500,-- extra vanwege de snelle oplevering van de nieuwe molen.

foto's

foto's