Albertus Burgers liet in 1849 een molen bouwen aan de Amsterdamseweg te Arnhem, ter hoogte van de Rozenstraat. In 1870 werden molen en bedrijf verplaatst naar Klarendal. Weldra was de grootste afnemer de nabijgelegen (in 1885 gebouwde) Menno van Coehoornkazerne. Toen die kazerne in 1900 echter overging op een eigen maalinrichting, verloor de molenaar zijn belangrijkste klant. Dit had tot gevolg dat het met het bedrijf snel bergafwaarts ging.
Als nieuwe eigenaren wisten de gebroeders Reymes de zaak weer tot bloei te brengen, maar de crisistijd vanaf 1930 zorgde voor een nieuwe inzinking. In 1933 stortte de stelling in, maar die kon hersteld worden. Ook een grondige restauratie in 1936 lenigde voor even de ergste nood, maar de molen bleef meer geld kosten dan hij opbracht.
In 1951 kreeg de molen fokwieken en was de trots van Abraham "mulder Bram" Reijmes, maar de opkomende elektrische maalderijen maakten de windmolen ouderwets en kon Bram het weinige werk wat voor hem overbleef in zijn eentje aan.
In 1956 werd J. Oostendorp de nieuwe eigenaar. Hij maalde liever met de motor, waardoor verval snel toesloeg. In 1962 legde de gemeente Arnhem een draaiverbod op; in 1964 werd het wiekenkruis verwijderd.
De Stichting Vrienden van de Gelderse Molen, in 1964 opgericht, verkreeg later de molen en streefde naar algehele restauratie, welke in 1976 werd afgerond.
Ook in 1997 werd een flinke herstelbeurt uitgevoerd. Nauwelijks voltooid, werd de molen op 4 februari 1998 getroffen door een binnenbrand, veroorzaakt door kortsluiting in een koelkast. Vooral de zoldervloeren liepen aanzienlijke schade op. Medio zomer 1999 was deze schade hersteld en kon weer graan voor menselijke consumptie worden gemalen.
Eigenaren van de molen:
A. Burgers (1870 - 1886)
F.L. Frenck (1886 - 1895)
H. Burgers (1895 - 1906)
Fam. Reijmes (1906 - 1956)
J. Oostendorp (1956 - 1974)
Stichting Vrienden van de Gelderse Molen (1974 - 2011)
Stichting Volkshuisvesting Arnhem (2011 - heden).
