Molen Ondermolen (van de Driemanspolder), Leidschendam

Leidschendam, Zuid-Holland
b

korte karakteristiek

naam
Ondermolen (van de Driemanspolder)
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Bemalen van de Nieuwe Driemanspolder (1e trap), thans op vrijwillige basis; woning

adres
Stompwijkseweg 28
2266 GE Leidschendam
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van Ondermolen (van de Driemanspolder) via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
00967
oude dbnr.
B1043
Meest recente aanpassing
| Eigenaar
media-bestand
Molen 00967 Ondermolen (van de Driemanspolder) (Leidschendam)

Piet Glasbergen (22-3-2022)
De molen prominent in beeld mét zeilen, zónder fokken. 

locatie

plaats
Leidschendam
plaatsaanduiding
gemeente
Leidschendam-Voorburg, Zuid-Holland
kadastrale aanduiding
Gemeente Stompwijk, sectie D, nr. 1291
geo positie
X: 88817, Y: 454774
N: 52.07728, O: 4.42177
biotoopwaarde
5 (goed)
landschappelijke waarde
Zeer groot

contact en bezoek

bezoek/postadres
Stompwijkseweg 28
2266 GE Leidschendam
molenaar
Leen Vellekoop
telefoon
070-3276120
e-mail

website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden
op afspraak
toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Grenen achtkant, gedekt met riet, op gemetselde voet van ca. 1 m. hoog
kap
Gedekt met riet
inrichting

Gesloten centrifugaalpomp onder de molen; woning in de molen

versieringen

Fraai uitgevoerde baard met o.m. het opschrift:
ANNO 1903

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Rollenkruiwerk; 48 ijzeren rollen. Kruirad met lage bank.
vlucht
28,40 m.
vang
Vlaamse vang; 4 scharnierende stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Kneppel.
overbrenging

Bovenwiel 68 kammen
Bovenschijfloop 40 staven
Riemschijf spilwiel Ø 3,00 m.
Poelie pompas Ø 0,6 m.

Bouwbestek 1902:
Bovenwiel 68 kammen
Bovenschijf 40 staven
Onderschijf 24 staven
Onderwiel 96 kammen
Overbrengingsverhouding 2,35 : 1

hoogte
wiekvorm
Systeem Fauël met steekborden op beide roeden
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Vaags ✉︎ 568 buiten 2023 nog niet buiten 28,60
Vaags ✉︎ 569 binnen 2023 nog niet binnen 28,40
Bremer ✉︎ 171 binnen 1969 1969 binnen aanw. 28,40
Bremer ✉︎ 172 buiten 1969 1969 buiten aanw. 28,40
Pot ✉︎ 1942 buiten 1903 1903 buiten 1969 28,30
Pot ✉︎ 1943 binnen 1903 1903 binnen 1969 28,30
wiekverbeteringen

Vanaf 1934 was deze molen voorzien van het systeem Dekker.
In 1959 werd op beide roeden het systeem Fauël (fokwieken) aangebracht. Bij een latere vernieuwing zijn de fokken voorzien van steekborden en dat is sindsdien zo gebleven.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
De Prins van Oranje ✉︎ 481 1867 1903 aanw. 04,30
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Bemalen van de Nieuwe Driemanspolder (1e trap), thans op vrijwillige basis; woning

molenmaker
Hendrik Paul, Zevenhuizen (ontwerp en bestek, 1902) Jan Dekker, Hazerswoude (uitvoering, 1903)
omwentelingen
eigendomshistorie

De Rijnlandse Molenstichting is eigenaar sinds december 2023, daarvoor was dat de provincie Zuid-Holland sinds 1958; daarvoor de Driemanspolder.

geschiedenis

De molen maakt deel uit als ondermolen van de molendriegang van de Nieuwe Driemanspolder (ca. 975 ha, opvoerhoogte eerste bemalingstrap 2,55 m.). De Nieuwe Driemanspolder ontstond op 1 januari 1976 als uitvloeisel van het inrichten van een waterbeheersplan voor de Driemanspolder en de Nieuwe Polder. De polder werd op 1 januari 1979 bestuurlijk opgenomen in het waterschap De Ommedijck.

Op 11 juli 1902 brandde de ondermolen door blikseminslag af. Op 14 november 1902 werd de herbouw gegund aan Jan Dekker, molenmaker te Hazerswoude. Deze bouwde een vrijwel nieuwe molen, omdat een sloopmolen van vergelijkbare grootte niet voorhanden was. Van de voorganger werden alleen bovenas en wateras met sintelstukken opnieuw gebruikt. Op 2 juli 1903, bijna een jaar na het afbranden van zijn voorganger, maalde de nieuwe molen voor het eerst. 
  
Zowel het boven- als het ondergangwerk en het scheprad werden uitgevoerd in gietijzer (met houten kammen). Deze werden geleverd door 'de Pletterij' (vh. de ijzergieterij Enthoven). Het scheprad werd uitgevoerd volgens het systeem Paul (naar de waterschapsdeskundige Hendrik Paul, die de molen ontwierp). Het werd, met 6,90 meter, een zeer groot scheprad, dat relatief langzaam draaide.
In 1928 werd het bovenwiel door molenmakerij Ottevanger deels in hout gewijzigd, omdat er teveel problemen waren, met kambreuk als gevolg. Aan te nemen is, dat de gietijzeren kruisarmen niet voldoende soepelheid hadden.

Als eerste van deze driegang kreeg deze molen Dekkerwieken: op 14 december 1934 werd met het verdekkeren begonnen. Adriaan Dekker liet de werkzaamheden tegen een vriendenprijs uitvoeren, met de bedoeling later ook de twee andere molens van deze polder (tegen normaal tarief!) van dit systeem te kunnen voorzien. Aan te nemen is, dat de molen begin 1935 met het nieuwe systeem maalvaardig was.

In 1944 kreeg de molen een centrifugaalpomp. Daarover was al sinds 1934 nagedacht. Deze pomp verving het scheprad uit 1903 dat, door inklinking van de grond en (daardoor) daling van het polderpeil, steeds minder tasting kreeg. Het was in zoverre een proef, dat scheprad en wateras een jaar in bewaring zouden blijven, voor het geval de pomp niet zou voldoen. Op 5 december 1945 kwam de mededeling, dat de pomp voldeed en de losse onderdelen konden worden verkocht. 
Toch lijkt de pomp in de praktijk niet te hebben voldaan: de ondermolen had te weinig capaciteit en dus was de balans uit de bemaling. Dit was de voornaamste reden dat de molengroep op 1 januari 1952 buiten bedrijf kwam. Maar ook was de molengang, waarvan tijdens de Tweede Wereldoorlog bijzonder veel was gevergd, op dat moment ook duidelijk in minder goede staat en aan een grote herstelbeurt toe.

De periode van stilstand en verval duurde niet al te lang: in 1958 kocht de Provincie Zuid-Holland de molens aan en liet deze vervolgens restaureren. De Dekkerwieken maakten daarbij plaats voor fokken.
De molens kwamen evenwel niet meer in bedrijf maar werden, als reservebemaling in het kader van de wet BWO (Bescherming Waterstaatswerken in Oorlogstoestand), steeds goed onderhouden. Pas vanaf 1973 is weer met enige regelmaat door de hele groep tegelijk gemalen.

In 2006 werd een nieuwe pomp van andere constructie aangebracht, zodat er nu weer sprake was van een echt maalvaardige molen.

In het voorjaar van 2012 werd de kap geheel opnieuw met riet gedekt. Na 12 mei werd begonnen met het vervangen van het riet op de romp. Eind juli was de werk geklaard en kon er weer worden gedraaid, althans: zo leek dat. Al langer was namelijk duidelijk dat in de waterloop sprake was van forse lekkage en de molen dus sterk 'onderloops' was. Na afdamming en afgraving van een deel van de grond rond de voorwaterloop stelde men vast, dat er in één van de keermuren een gat zat ter grootte van een voetbal. In 2013 is alles keurig hersteld, zodat deze molen er weer goed tegenaan kan.

In 2021 volgde het besluit, beide roeden te vervangen. Dit nadat de (in slechte staat verkerende) fokken waren verwijderd. De toen 53 jaar oude roeden zouden de levensduur van een stel nieuwe fokken niet overleven en daarom werd gekozen voor vervanging. De molen maalt zolang nog wel met de oude roeden, maar dan alleen op de zeilen! 

Molenaars van deze molen:
Arie de Groot (1903 - 1931. N.B. Arie de Groot maalde daarvoor met de Middenmolen)
Pieter Hertog (1931 - 1952).

aanvullingen

toelichting naam

Deze molen wordt nooit anders aangeduid dan 'de ondermolen (van de Driemanspolder)'. Een nummeraanduiding werkt hier ook niet, omdat deze molen vanwege zijn ligging vanaf de Stompwijkseweg dan als 'Nr. 3' bekend zou staan terwijl hij technisch gesproken 'Nr. 1' is.

unieke eigenschap

De laatste in Zuid-Holland voor een economisch doel grotendeels nieuw gebouwde molen.

Bijzonder is het ijzeren bovenwiel (met houten kruisarmen en kammen).

trivia

"Gistermiddag heeft de nieuw gebouwde watermolen van den Driemanspolder, in tegenwoordigheid van het bestuur, voor het eerst gemalen. Het werk liep prachtig, zoodat geen enkele aanmerking was te maken en den aannemer, den heer Dekker, van Hazerswoude, alle eer voor zijn werk toekomt. De molen staat er flink en vlug bij en schijnt in alle opzichten netjes te zijn afgewerkt. Het bestuur was dan ook over de aflevering tevreden".
(Leidsch Dagblad, 4 juli 1903).

foto's

foto's