- naam
- Bovenmolen (van de Driemanspolder)
- modeltype
- Kantige molen, grondzeiler
- functie
- poldermolen
- bouwjaar
- bedrijfsvaardigheid
- Maalvaardig
- bestemming
Bemalen van de Nieuwe Driemanspolder (3e trap), thans op vrijwillige basis; woning
- adres
-
Stompwijkseweg 24
2266 GE Leidschendam - Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 00965
- oude dbnr.
- B1041
- Meest recente aanpassing
- | Streek
Molen Bovenmolen (van de Driemanspolder), Leidschendam
Leidschendam, Zuid-Holland
b
locatie
- plaats
-
Leidschendam
- gemeente
- Leidschendam-Voorburg, Zuid-Holland
- plaats(en) voorheen
- Stompwijk
- streek
- Haaglanden
- kadastrale aanduiding
- Gemeente Stompwijk, sectie D, nr. 511
- geo positie
-
X: 88651, Y: 455015N: 52.07943, O: 4.41930
- biotoopwaarde
- 5 (goed)
- landschappelijke waarde
- Zeer groot, maar wordt tussen NW en N wel verstoord door beplantingen en de lintbebouwing langs de weg.
contact en bezoek
- bezoek/postadres
-
Stompwijkseweg 24
2266 GE Leidschendam - molenaar
- Hans de Graaf
- telefoon
-
- social media
- open voor publiek
- nee
- gericht op scholen
- nee
- bijzonderheden
- fietsroute
- fietsroute in de buurt van Bovenmolen (van de Driemanspolder) via fietsnetwerk.nl
constructie
- modeltype
- Kantige molen, grondzeiler
- krachtbron
- wind
- kenmerken
- functie
- romp
- Eiken achtkant, gedekt met riet, op gemetselde voet van 1,00 m.
- kap
- Gedekt met riet
- inrichting
IJzeren scheprad in de molen; Ø 6,50 m; breedte 0,58 m. Woning in de molen.
- versieringen
Eenvoudige baard, groen geverfd, wit afgebiesd, met het wapen van Zuid-Holland in het midden en het opschrift: "Anno 1672".
Achterbaard, donkergroen geverfd, wit afgebiesd.
Grote gevelsteen op het noordveld van de onderbouw met de tekst:
"1668, 23 juni Aan Dokter Adrianus Quack wordt octrooi verleend tot DROOGMAKING dezer plassen.
1671 DE BOUW van 7 schepradmolens wordt aanbesteed
1935, 19 sept. de laatste 3 schepradmolens worden voorzien van DEKKERWIEKEN
onder het bestuur van A.J. Bos, dijkgraaf J.G. Kool secretaris J.A. Duinisveld, J. van Dorp Jzn.
J.B. Ammerlaan, G. Noordam BESTUURSLEDEN"
(N.B. Deze gevelsteen was een geschenk van de bekende molenvriend Jhr. van Rijckevorsel).
In de muur tussen onderwiel en scheprad zit aan de binnenzijde een kleine steen ingemetseld met de tekst: "Den eerste steen aan krimpenbak gelegd door Antonius Groenewegen den 8 july 1862"
De sluitsteen in de toog van de achterwaterloop bevat eveneens het jaartal '1862'.
Aan de onderzijde van de bovenschijfloop is de tekst aangebracht
'PRV anno 1873 oud 17 jaar' (N.B. Wie 'PRV' was, is tot op heden niet achterhaald).- plaats bediening
- grondzeiler
- bediening kruiwerk
- buitenkruier
- plaats kruiwerk
- bovenkruier
- kruiwerk
- Rollenkruiwerk; 52 ijzeren rollen. Kruirad met lage bank.
- vlucht
- 28,40 / 28,20 m.
- vang
- Vlaamse vang; 4 scharnierende (vastgezette) stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Kneppel
- overbrenging
Bovenwiel 69 kammen
Bovenschijfloop 41 staven, steek 13,5 cm.
Onderschijfloop 23 staven
Onderwiel 87 kammen, steek 16,5 cm.
Overbrengingsverhouding 2,25 : 1- hoogte
- wiekvorm
- Systeem Fauël met steekborden op beide roeden
- wiekenkruis
-
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte Derckx 284 binnen 1978 1979 binnen aanw. 28,40 Bremer 195 buiten 1971 1971 buiten aanw. 28,20 Pot 1643 binnen 1892 1935c binnen 1979 27,90 Pot 1642 buiten 1891 1935c buiten 1971 28,00 - wiekverbeteringen
In 1935 is deze molen, met zijn buurmolens, voorzien van het systeem Dekker.
In 1959 werd op beide roeden het systeem Fauël (fokwieken) aangebracht. Later zijn, bij een vernieuwing, deze fokken voorzien van steekborden en dat is sindsdien zo gebleven.- bovenas
-
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte Sterkman & Zn, wed. A. 220 1863 1863 aanw. 04,40 - wateras
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte De Prins van Oranje 872 1872 1872 aanw.
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
- monument
- 25724
- inventarisnummer
- ZH077
eigendom
- eigenaar
- Rijnlandse Molenstichting
- eigendomsvorm
- Stichting
geschiedenis
- toestand
- werkend
- bouwjaar
- bedrijfsvaardigheid
- Maalvaardig
- bestemming
Bemalen van de Nieuwe Driemanspolder (3e trap), thans op vrijwillige basis; woning
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De Rijnlandse Molenstichting is eigenaar sinds december 2023, daarvoor was dat de provincie Zuid-Holland sinds 1958; daarvoor de Driemanspolder.
- geschiedenis
-
De molen maakt als bovenmolen deel uit van de molengang van de Nieuwe Driemanspolder (ca. 975 ha, opvoerhoogte derde bemalingstrap 1,35 m.). Deze polder ontstond op 1 januari 1976 als uitvloeisel van het inrichten van een waterbeheersplan voor de Driemanspolder en de Nieuwe Polder. Op 1 januari 1979 volgde bestuurlijke opname in het waterschap De Ommedijck.
Tot 1877 werd de Driemanspolder door twee dichtbij elkaar gelegen driegangen bemalen. De zuidelijke molengroep, ook wel 'Kostverlorengang' genoemd, werd toen vervangen door een stoomgemaal. Op 30 december 1876 werden twee van de drie molens van deze gang voor de sloop te koop aangeboden. In de loop van 1877 zijn diverse onderdelen verkocht en de molens afgebroken. Het lot van de derde molen is vooralsnog niet duidelijk: mogelijk heeft men de romp hiervan aanvankelijk bedacht als machinistenwoning maar is kennelijk later alsnog gesloopt.
De overgebleven noordelijke driegang, toentertijd aangeduid als de 'Kerklaangang', bleef tezamen met het gemaal in bedrijf, dat wil zeggen: de windbemaling bleef hoofdbemaling, het stoomgemaal diende ter aanvulling en voor windstille periodes.
Maar de tijden veranderden: in 1922 verving men de stoommachine door een ruwoliemotor, waarmee de paraatheid van de mechanische bemaling aanzienlijk werd verbeterd. Toen het gemaal in 1951 grotendeels werd vernieuwd en daarbij elektrisch werd uitgevoerd, kwam per 1 januari 1952 de molendriegang buiten bedrijf.
Minstens zo belangrijk was dat de (uit 1945 daterende) centrifugaalpomp van de ondermolen het werk toch niet goed aan kon en de balans daardoor uit de molengang was. Bovendien waren de molens, waarvan tussen 1940 en 1945 zeer veel was gevergd (tot 1700 maaluren per jaar!) aan groot herstel toe. Het polderbestuur liet het niet zover komen en stelde de driegang buiten bedrijf.
Op 29 oktober 1958 volgde aankoop door de provincie Zuid-Holland. Daarna werden de inmiddels in slechte staat verkerende molens van achter naar voren gerestaureerd en bestemd tot reservebemaling in het kader van de wet BWO (Bescherming Waterstaatswerken in Oorlogstoestand).
Dit herstel, uitgevoerd door de fa. De Gelder, voltrok zich bijzonder nauwkeurig: nog afgezien van veel werk aan het riet op rompen en kappen, is met name het gaandewerk grondig nagezien en zijn vrijwel alle kammen en staven vervangen. Het Dekkersysteem op de roeden maakte plaats voor fokken.
Aldus was de molengang van de Driemanspolder weer geheel maalvaardig, maar heeft als zodanig nooit op hoeven treden en tot de eerste Nationale Molendag draaiden de molens slechts zeer sporadisch (niet meer dan 3 tot 4 keer per jaar) en nooit als groep.
De eerste Nationale Molendag (6 oktober 1973) betekende in dat opzicht echt iets nieuws: de molens maalden voor het eerst in meer dan 20 jaar alledrie tegelijk, bovendien ook met zeilen.
Sinds de jaren '80 van de 20ste eeuw maalt de driegang van Leidschendam ongeveer eens in de maand op een zaterdagmiddag.
Steeds zijn de molens goed onderhouden, evenwel moest op een zeker moment worden ingegrepen om een groot probleem de baas te worden: bij alle drie de molens waren de waterlopen al langere tijd onderloops, ofwel er lekte water onder de fundering door en vooral bij de ondermolen was die situatie problematisch. In december 2013 werden, in afwachting van herstel, de waterlopen van de drie molens aan zowel voor- als achterzijde afgedamd. Vervolgens werd begonnen met de ondermolen.
De bovenmolen was in oktober 2014 aan de beurt. Enkele muren werden compleet afgebroken om daarna opnieuw te worden opgemetseld; de toog boven de achterwaterloop is ook deels vernieuwd en veel zaken onder de waterlijn vervangen in beton. In maart 2015 werd het werk opgeleverd en konden beide dammen worden weggegraven.
Vervolgens moest worden gewacht tot de middenmolen hersteld was. De klus aldaar viel echter tegen en kwam pas in april 2016 tot een goed einde. Vanaf Nationale Molendag 2016 is de molendriegang van Leidschendam weer maalvaardig en sindsdien weer eens per maand in bedrijf.
Eind 2023 droeg de Provincie Zuid-Holland de driegang over aan de Rijnlandse Molenstichting. Op 9 maart 2024 werd dit gevierd: toen overhandigde de Commissaris van de Koning bij de bovenmolen symbolisch een 'wachtstok' en een stel sleutels aan de voorzitter van de Rijnlandse Molenstichting.
Van 1928 tot de afschaffing in 1974 was deze molen seinmolen voor een specifieke groep polders binnen Rijnland. Het is nog te zien aan de buitenroede: aan één van de enden daarvan bevinden zich twee ogen waarin de stok voor de vlag (of de lamp) kon worden gestoken. De lamp bevindt zich nog altijd in de molen; de vlag is ooit verdwenen.
Molenaars van deze molen:
Willem Brandhorst (.... - 1891)
Hendrik Verheul (1891 - 1924)
Bram van Elswijk (1925 - 1927)
Klaas van den Bos (1927 - 1946)
Teunis Verheul (vanaf 15-10-1946 - 1-2-1952) op weekloon met vrij wonen. In 1950 deed hij via de vakbond een verzoek om in vaste dienst te komen. Per 1-2-1952 werd zijn arbeidscontract door het polderbestuur opgezegd.
aanvullingen
- toelichting naam
Deze molen wordt nooit anders aangeduid dan 'de bovenmolen (van de Driemanspolder)'. Een nummer- of letteraanduiding is hier voorzover bekend nooit geweest.
foto's
- foto's
-
draag zelf bij
- teksten
- tekstbijdragen over deze molen insturen | Wilt u specifiek iets kwijt over een roede, as of motor, klik dan daar op het rode envelopje ✉︎ behorende bij het betreffende object.
- foto's
- foto's insturen