Molen Grutterij aan de Noordkade 10, Drachten

Drachten, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Grutterij aan de Noordkade 10
modeltype
rosmolen
functie
grutmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
16438
oude dbnr.
V16438
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Drachten
plaatsaanduiding
Noordkade 10
gemeente
Smallingerland, Fryslân
kadastrale aanduiding 1811-1832
Drachten C (4)
geo positie
X: 202712, Y: 569149
N: 53.10701, O: 6.09966

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

In 1832 staat op de plaats van het huidige Noordkade 10 een pand met klokgevel waarin een bakkerij gevestigd is van Egbert Rinzes Kijlstra die in dat jaar overlijdt.

Achtereenvolgens zijn de tweede vrouw van Egbert Rinzes Kijlstra, Riemkjen Jacobs Kamminga en na haar overlijden in 1846 Jan Alberts Koopmans eigenaar van het pand.

In 1855 verkoopt Koopmans de percelen A190 en A189, “een tot velerhande affaires geschikte ruime en hechte huizinge tot hiertoe gediend hebbende voor een brood- beschuit- en koekbakkerij” aan Egbert Gerhardus Kijlstra, kleinzoon van Egbert Rinzes Kijlstra. Hij blijkt daar een grutterij met rosmolen gedreven te hebben.

Want in 1878  verkopen Saakje Teyes Brandsma, weduwe van Egbert Gerhardus Kijlstra, en hun kinderen de percelen A190 en A1358 ( = A189), een winkelhuizinge en grutterij, exempt ( = uitgezonderd) alle fabrieksgoederen in de grutterij aan Tjalling Jans Weis, broer van Jan Weis van de molen op het Oosteinde. (Het onroerend goed en de inventaris worden vaker apart in rekening gebracht).

Opvallend is dat Egbert Gerardus Kijlstra een zoon is van Gerardus Egberts Kijlstra, die getrouwd is met Hendrikje Engberts Posthuma, wier vader Engbert Suardus Posthuma ook grutter is.

Gerardus Egberts Kijlstra zette de grutterij van zijn schoonvader, ter hoogte van nu Noordkade 66, voort.

In diverse publicaties over de geschiedenis van Drachten wordt gewag gemaakt van de rosmolen van Tjalling Weis, waarbij met name de aandrijving door een paard en het product mosterd wordt genoemd. Het straatje naast de zaak had de bijnaam Mosterdsteegje.

Als Tjalling Jans Weis in 1913 overlijdt wordt het pand verkocht aan de firma D. de Vrieze, die er links naast een drogisterij heeft en hier een specerijen- en verfmolen begint. Later verrees er een nieuw pand.

In de tweede helft van de 20ste eeuw werd het pand onderdeel van een stoffenzaak rechts ernaast.

 

Onderzoek door en informatie van Erik Korthof, 29-05-2024