Molen van Bovensmilde (1e), Bovensmilde

Bovensmilde, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
Molen van Bovensmilde (1e)
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
15038
oude dbnr.
V15038
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Bovensmilde
plaatsaanduiding
Witterweg nz., Veenstra's Wijk wz.
gemeente
Midden-Drenthe, Drenthe
streek
Midden-Drenthe
geo positie
X: 228271, Y: 554948
N: 52.97655, O: 6.47805

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
20,7 m ca.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

De molen aan de Witterweg werd in 1835 gebouwd in opdracht van mevr. Margaretha Willinge, de weduwe van Lucas Oldenhuis Kymmell en mede-eigenaresse van de molen bij de Veenhoop in Smilde. Zij verhuurde de molen aan Klaas Lodewijk, en in 1850 was Jacobus de Vries de molenaar.

De molen stond aan de westzijde van de Veenstra's Wijk, waar nu na demping de Meester Weijerstraat ligt. Op topografische kaarten wordt deze molen De Hoed genoemd, dat moet echter een vergissing zijn omdat die naam nergens anders voorkomt en iets zuidelijker de veenplas Hoedmeer lag.

In 1853 boden de erven Kymnell beide korenmolens te koop aan. Jan Jager bleef aan als molenaar, in 1858 zorgde hij voor het vervangen van een molensteen. In elk geval vanaf 1866 had Jager molenaarsknechten in dienst. Jager sr. vertrok later naar Onstwedde, zoon Jan Jager r. huurde vanaf 1875 molenzeilen te Meppel, de opgegeven vlucht van de roeden was ongeveer 20,7 meter.

De eerste molen brandde op 4 september 1897 rond 21 uur af door blikseminslag.
De Standaard, 8 sept. 1897:
"Te Smilde (Dr.) sloeg de bliksem in een korenmolen, die tot den grond afbrandde. Hoewel de molen verzekerd was, wordt toch groote schade geleden, doordien in den molen groote hoeveelheden koren waren geborgen, die verloren gingen."
De Grondwet, 28 sept. 1897:
"BOVENSMILDE, 4 Sept. Omstreeks negen uur hedenavond sloeg de bliksem in den korenmolen, staande aan den Witterweg alhier en in gebruik bij den molenaar J. Jager, welke molen binnen weinig tijd geheel in vlam stond. Aan iets te redden viel niet te denken, zoodat de brandspuit, die dadelijk op het terrein aanwezig en in volle werking was, buiten flenst werd gesteld. Al het koren, dat In den molen was, is mede in de vlammen opgegaan, zoodat velen door dezen brand schade lijden, maar waarschijnlijk het meest de wed. K. Punter, die ongeveer 100 mud rogge op den molen geborgen had, waarvan 75 mud juist dezen middag was aangekomen, welke partij naar wij vernemen niet verzekerd was. De molen is op beurspolis tegen brandschade verzekerd voor eene som van ƒ 5500."

Nog datzelfde jaar vroeg molenaar Jan Jager vergunning aan voor de herbouw van zijn korenmolen op sectie G no. 492 een stukje noordelijker. De nieuwe molen verrees in 1898, zie verder de opvolger.

Bron o.a.: "De korenmolens in de gemeente Smilde", art.door Dick Bunskoeke in Molinologie nr. 55, 2021.

aanvullingen