Molen van Eilering / Molen van Wilken / Molen van Fokkers, Barger-Compascuum

Barger-Compascuum, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
Molen van Eilering / Molen van Wilken / Molen van Fokkers
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02738
oude dbnr.
V635
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 02738 Molen van Eilering / Molen van Wilken / Molen van Fokkers (Barger-Compascuum)
De molen anno 1932 (Foto: n.n.)

locatie

plaats
Barger-Compascuum
gemeente
Emmen, Drenthe
streek
Hondsrug
geo positie
X: 265793, Y: 530992
N: 52.75493, O: 7.02838

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
70 voet
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1936 buiten gebruik 1942 afgebroken
geschiedenis

Het dorp Barger-compascuum is rond 1866 ontstaan als een van de veenkoloniale dorpen in de gemeente Emmen. Het dorp ligt langs het Oosterdiep, evenwijdig aan en vlakbij de Duitse grens.

Op 14 september 1875 werd aan J.W. Westen door B&W te Emmen een vergunning verleend om een windkorenmolen met bakkerij te mogen bouwen.
Het werd een achtkante bovenkruier zonder stelling, staande op een geheide paalfundering met grotendeels houten onderbouw, de romp gedekt met asfaltpapier. Die paalfundering is later, toen er verzakking ontstond, vervangen door een stenen fundering. Omdat die operatie niet helemaal goed verliep, is de molen sindsdien enigszins uit het lood blijven staan.

In 1881 had Nieuw-Dordrecht geen molens meer, die waren allemaal verbrand. Het graan werd toen op deze molen gemalen door Jan Berend Wilken

Rond 1920 verkocht J.G. Wilken zijn molen aan de bakker J.C. Eilering.

Volgens de boekhouding van Wouda, zeilmaker te Meppel werden voor deze molen zeilen gehuurd gedurende de jaren 1921 tot 1927 met voor een vlucht met een lengte van 68 voet.
In vroeger tijden werden er in ons land verschillende voetmaten gebruikt, waarschijnlijk is hier gebruik gemaakt van de Amsterdamse voet. Deze is ruim 28 cm. Enkele andere voeten zijn: de Utrechtse stadsvoet (26,8 cm). De Friese koningsvoet (32,6 cm).
De latere Friese of Deventer voet (29,5 cm).
Informatie van J.Vondeling

Deze kon er in 1936 niet meer mee uit "omdat er door voortschrijdende vervening in de omgeving geen voldoende koren meer werd verbouwd (?)". De molen kwam stil te staan en werd op afbraak verkocht aan de Firma Fokkens en Venema uit Wildervank.
In het dorp had men dit kennelijk al zien aankomen, want in 1929 schreven voorzitter en secretaris van het plaatselijk belang, de heren L. Lubbers en R.A. Zwake, een brief aan de Hollandsche Molen. Men heeft gehoord dat er een vereniging bestaat die oude windmolens welke opgeruimd zullen worden wil behouden. "Ook Barger-compascuum bezit zoo een molen, welke naar ons werd medegedeeld (...) waarmede dan ook een mooi stuk van het zoogenaamde "Oude Compas" verloren gaat, wat voor onze plaats jammer is, daar de molen het eenigste is dat bewaard kan blijven, om reden alles hier op het bovenveen staat en dus wat hier staat eenmaal moet verdwijnen" de bestuurders vragen of aankoop en behoud mogelijk is. Het antwoord is ontwijkend: men wil eerst meer weten, en er zijn al zoveel die om aandacht vragen.
Als in 1941 het verzoek om de sloopvergunning bij de Hollandsche Molen om advies komt blijkt uit de correspondentie dat het nu echt te laat is.
De molen staat dan al sinds 1936 stil en de uitvoerige beschrijving van de bouwvalligheid, die de directeur van gemeente werken geeft leidt tot de conclusie dat het geval hopeloos is, en dat "we ons bij het verdwijnen van weer een molen moeten neerleggen".
De sloop krijgt in 1943 zijn beslag.

Als in 1966 het honderdjarig bestaan van het dorp gevierd gaat worden ontstaat er een initiatief om iets van het oude dorp te herbouwen en voor het nageslacht te bewaren. Dit initiatief groeit uit tot het veenmuseumdorp 't Aole Compas - waar al spoedig een ook niet zo geslaagd model van de vroegere molen te zien is. De plaats waar vroeger die molen stond komt spoedig binnen het terrein van het veenmuseum te liggen, en geleidelijk rijpt het plan om, naast allerlei andere bouwwerken, ook weer een echte windmolen te laten verrijzen.

Men slaagt erin de hand te leggen op een Duitse molen afkomstig uit Drantum bij Emsteck, Landkreis Cloppenburg. De achtkante bovenkruier is ongeveer evenoud als het dorp Barger-Compascuum.
De molen is in 1979 afgebroken en naar Nederland overgebracht. Hij zou aanvankelijk herbouwd worden in Raalte, maar toen het plan niet doorging is de molen in 1981 verkocht aan het veenmuseum, waar hij in 1983 is opgebouwd. De molen staat vlakbij waar vroeger de voorganger heeft gestaan en heet "de Berk"
tekst ontleend aan J. van Opijnen




aanvullingen

trivia

NB De aangegeven locatie is een schatting naar de TMK van 1906.

Eigenaren waren:
Johan Herman Westen, 1876-1883,
Johan Bernhard Wilken, 1883-1920,
Johan Gerard Wilken verkocht de molen in 1920 aan
J.C. Eilering die tot 1936 eigenaar was.